zaterdag 12 november 2022

Boekbespreking: “Die Neuen Pflichten für Freimaurer*innen” – Sylvio J. Godon

Prolegomena


Ik kijk regelmatig internetgewijs of er nieuwe boeken over Vrijmetselarij in de handel verschijnen en daarbij viel mijn oog een tijdje geleden op een klein boekje, geschreven in de Duitse taal. De titel, Die Neuen Pflichten für Freimaurer*innen, vond ik al meteen veelbelovend, en al helemaal nadat ik mijn vorige boekbespreking over de Stichtingsakte van de Vrijmetselarij, met name De Oude Plichten op mijn blogje had geplaatst.

 

Dat De Oude Plichten een noodzakelijke herwaardering en een herformulering verdienden en ook kregen kon men al lezen in mijn vorige bijdrage, Boekbespreking: “De Stichtingsakte van de Vrijmetselarij” – Joseph Asselbergh & Steven Warmoes[1].

 

De Oude Plichten worden door de auteur nog steeds belangrijk bevonden, maar ze passen niet meer helemaal in het huidige tijdvak. In zeven korte hoofdstukken wordt de lezer geleid naar Nieuwe Plichten. Het achtste en laatste hoofdstuk bevat drie bronteksten die samen een belangrijke eenheid kunnen vormen om tot de Nieuwe Plichten te komen.

Tussen de hoofdstukken staan citaten van o.a. filosofen, bekende en minder bekende schrijvers, dichters en ook enkele citaten uit geschriften, o.a. de Bijbel.

 

Het boekje (ISBN 978-3-96285-044-9) telt 125 bladzijden en is als hardcover uitgegeven in 2021 bij uitgeverij Salier Verlag, een Duitse uitgeverij met een groot aanbod aan boeken over Vrijmetselarij.

Dit boekje kost € 19,50 (€7,50 verzendkosten + 6% BTW inbegrepen).

Het kan ook als eBook (epub) besteld worden aan de prijs van €8,49 via deze webpagina:

https://salierverlag.buchhandlung.de/shop/magazine/147598/freimaurerei.html


De auteur



Sylvio J. Godon is Germanist en Slavist en maakt al 37 jaar deel uit van de Duitse Vrijmetselarij. Hij werd als student ingewijd bij de Loge Johannes zum wiedererbauten Tempel in Ludwigsburg.

Hij was Meister vom Stuhl (AM) van de Loge Insel zu den drei Ufern in Lindau.

Professioneel is (of was) hij Hoofdredacteur bij de Schwäbische Zeitung in Wangen.

 




Boekbespreking


Zowat elke auteur van Maçonnieke boeken en geschriften heeft wel zijn of haar eigen definitie van “de Vrijmetselarij”. Ook deze auteur doet zijn best om in de galerij van de steekhoudende definities te worden opgenomen met de volgende trefflichen Ausdruck: was Freimaurerei ist: die Liebe zum Menschenin ihrer reinen Form.

 

De auteur heeft dit boek geschreven om een impuls te geven. Hij handelt niet in opdracht, hij spreekt enkel voor zichzelf als zijnde Vrijmetselaar. Het is tijd dat mensen (in het boek wordt MENSCHEN met hoofdletters geschreven), Zusters en Broeders hun blik op de kern van de Koninklijke Kunst richten. Wat die kern is wordt in de volgende hoofdstukken duidelijk.

 

Ik vermoed dat Sylvio J. Godon de kern of de essentie al in de eerste alinea van de Proloog duidelijk maakt: Freimaurerei ist für die MENSCHEN da. Nicht für MÄNNER oder FRAUEN allein. In allen Ländern der Welt und ohne Vorrechte für ein bestimmtes Land. Sie stellt sich ihrer Aufgabe, eine

LEBENSSCHULE der MENSCHHEIT

(hoofdletters zijn van de auteur)

Op de tegenoverliggende pagina staat een mooi citaat van Lisa Myers, pseudoniem van een verpleegster uit Dallas: Wir bluten alle die gleiche Farbe.

Welke Zuster of Broeder kan het hier niet mee eens zijn?

 

Zoals ik al in de inleiding schreef, worden de Oude Plichten door de auteur nog steeds belangrijk bevonden, maar ze voldoen niet meer en kunnen geen antwoorden meer bieden op de actuele probleemstellingen van de aarde en de mensen.

Godon stelt dat de leidraad en de leidende principes die voortvloeien uit de Rechten van de Aarde, de Rechten van de Mens en de Plichten van de Mens als basis en als Nieuwe Plichten in de Constituties van de Vrijmetselarij moeten vastgelegd worden.

De aarde en de mensen; ogenblikkelijk zag ik in de auteur een groene jongen.

Verder zal blijken dat het milieu de rode draad is in het boek (of eerder de groene draad)

 

Volgens Godon kan de Vrijmetselarij een sleutelrol spelen in de bescherming en het behoud van de aarde.

We eisen te veel van onze aarde en wij worden door haar gewaarschuwd door middel van klimaatveranderingen en plagen.

De drie eerdergenoemde Verklaringen, Voorstel voor een Universele Verklaring voor de Rechten van Moeder Aarde (2010), de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) en de Universele Verklaring van de Plichten van de Mens (1997) moeten samengedacht worden. (Sic. Zusammenzudenken) en de Lebensschule der Menschheit is geschikt om deze drie verklaringen als de Nieuwe Plichten te erkennen, ze vast te leggen en ernaar te handelen. De drie Verklaringen zouden de basis moeten vormen voor de Maçonnieke Arbeid.

 

In hoofdstuk V worden de Nieuwe plichten voorgeschreven aan tien verschillende categorieën: de Aarde, de Vrijmetselarij, de mensen en Vrijmetselarij, de Verlichting, de Staat, de Religie, de Wereldconferentie, de Grootloges, de Loges en als laatste de Zusters en Broeders. Elke categorie krijgt zijn of haar eigen invulling van de Nieuwe Plichten, de ene al uitgebreider dan de andere.

 

In de Eerste Oude Plicht, Over God en Godsdienst bemerkt de auteur alvast een tegenstrijdigheid. Zo staat er in de oorspronkelijke tekst, de laatste deelzin van de Eerste Plicht: …whereby Masonry becomes the Center of Union, and the Means of conciliating true Friendship among Persons that must have remain’d at a perpetual Distance[2]. Het door mij onderstreepte woord Persons strookt volgens Godon niet met de ware toedracht dat de Constitutie enkel geschreven zijn voor Broeders en niet voor Personen. Alsof Zusters geen personen zijn. Godon schrijft in zijn Duitse vertaling van dit deel van de Eerste Plicht Menschen in plaats van Personen, maar het idee van tegenstrijdigheid blijf hetzelfde

 

Over de erkenning van Loges wereldwijd als Reguliere Loge door de United Grand Lodge of England (UGLE) vraagt Godon zich af met welk recht de UGLE een onderscheid maakt tussen Regulier en Niet Regulier. Ook dit is in tegenspraak met de geest van de Oude Plichten.

 

De Oude Plichten verdienen nog steeds alle respect, als tijdsdocument uit het begin van de 18de eeuw en zullen als oprichtingsdocument van de Vrijmetselarij altijd blijven bestaan. In deze 21ste eeuw echter moeten er naast de Oude Plichten ook de Nieuwe Plichten staan. Op lange termijn is er geen alternatief, aldus Godon.

 

Het zevende hoofdstuk bevat een Bouwstuk dat Sylvio J. Godon heeft opgeleverd op maandag 10 september 2018 in de Loge Insel zu den drei Ufern, Oosten Lindau. Dit Bouwstuk vormde de basis voor het boek.

 

Bijlagen

 

Het achtste en laatste hoofdstuk bevat de teksten van de drie eerdergenoemde Verklaringen.

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is algemeen gekend, zowel onder Vrijmetselaars als profanen. Der twee andere verklaringen, het Voorstel voor een Universele Verklaring voor de Rechten van Moeder Aarde en de Universele Verklaring van de Plichten van de Mens zullen wellicht minder of helemaal niet bekend zijn.

 

Conclusies

 

Die Neuen Pflichten für Freimaurer*innen is een interessante denkoefening die navolging verdiend. De Vrijmetselarij mag gerust evolueren naar een moderne vorm waarin grote uitdagingen eigen aan de 21ste eeuw aandacht krijgen.

Niet dat deze aandacht er nog niet is, de vele Bouwstukken die worden opgeleverd over klimaat, natuur, vluchtelingen, nieuwe armoede enzovoort bewijzen dat vele Vrijmetselaars met deze vraagstukken bezig zijn.

Het idee dat de Wereldconferentie de Nieuwe Plichten, gebaseerd op de drie Verklaringen, moet aannemen als zijnde vernieuwd Constituties zie nog niet snel gebeuren, daarvoor is het Maçonnieke landschap te divers en te verdeeld.

maandag 11 april 2022

Boekbespreking: “De Stichtingsakte van de Vrijmetselarij” – Joseph Asselbergh & Steven Warmoes

Methodiek

De inleiding behelst het boek an sich, de auteurs en het opzet van de auteurs. Eerst schrijf ik kort iets over de auteurs, dit wil zeggen zowel de oorspronkelijke auteur, James Anderson als de auteurs van de studie, Joseph Asselbergh en Steven Warmoes.

Verder bespreek ik per hoofdstuk de bevindingen van Asselbergh en Warmoes, hun commentaren en hun herformuleringen van de oorspronkelijke Charges. Dit uiteraard summier, want het is natuurlijk niet de bedoeling om het boek helemaal over te schrijven.

 

Namen die voor het eerst verschijnen schrijf ik cursief, evenals citaten uit het boek.

 

Hier en daar geef ik ook wel eens mijn eigen commentaar, voor zover ik commentaar kan geven.

De illustraties heb ik gewoon van het internet geplukt aangezien er geen copyright meer op rust. Enkel op de illustratie van het boek zelf is het copyright nog van toepassing, maar ik vermoed dat noch de auteurs, noch de uitgever bezwaar zouden hebben, gezien de bescheiden publiciteit die deze bespreking met zich meebrengt. Moest ik het bij het verkeerde eind hebben dan is een mail voldoende om de illustratie te verwijderen.

 

Indien er fouten ontdekt worden, zij het inhoudelijk, grammaticaal of spellingsfouten, dan verneem ik dat graag en volgt er een rechtzetting.

  

Prolegomena


De ondertitel zegt het al, De actualiteit van haar Constituties van 1723, in dit boek gaan de auteurs na of The Constitutions of the Free-Masons van 1723, grotendeels geschreven door de Schotse predikant James Anderson nog steeds actueel zijn.

 

In 2023 zijn de Constitutions 300 jaar oud en er mocht volgens Asselbergh en Warmoes wel eens onderzoek gedaan worden naar de huidige relevantie van de Old Charges en Regulations.

 

Het boek (ISBN 978 94 6117 036 1) telt 137 bladzijden en is als paperback uitgegeven in 2020 bij uitgeverij ASP Editions. (ASP staat voor Academic and Scientific Publishers), een uitgeverij die al meerdere uitstekende boeken over Vrijmetselarij heeft uitgegeven.

Deze studie kost €25 en kan besteld worden via deze webpagina: https://www.aspeditions.be/nl-be/book/de-stichtingsakte-van-de-vrijmetselarij/18128.htm



De auteurs


James Anderson was een Schots predikant, geboren in Aberdeen omstreeks 1679, de precieze geboortedatum is niet bekend, en is op 60-jarige leeftijd overleden in Londen op 2 mei 1739.

Zijn vader was voorzittend meester van een van de oudste loges in Schotland, de loge Aberdeen, en dit van 1688 tot 1689. Deze werkplaats bestaat nog steeds. Er is niet met zekerheid geweten of zoon James eveneens lid was van deze loge. In Londen is hij wel zeker lid geweest van de loge Horne Tavern in Westminster en de Lodge of Salomon's Temple in de Hemmings Row.

Anderson was er niet bij toen in 1717 de Grand Lodge of England werd opgericht.

De Grand Lodge gaf hem in 1721 de opdracht om de Constitutions te schrijven.

 

Joseph Asselbergh werd in 1940 in Antwerpen geboren en bouwde een carrière op in het bankwezen.

In 1984 werd hij ingewijd in de Antwerpse loge Les Elèves de Thémis, de oudste, sinds 1876, in het Nederlands werkende loge. In 2011 werd hij grootmeester van het Grootoosten van België. Hij is ook lid van de loge Michel de Montaigne, een werkplaats van het Grootoosten van België in Gent.

Verder is Asselbergh bestuurder bij de Unie van Vrijzinnige Verenigingen en afgevaardigd in de Centrale Vrijzinnige Raad.

 

Steven Warmoes is burgerlijk ingenieur informatica en licentiaat management en is zelfstandig consultant in kennismanagement. Over management schreef hij samen met Patrick E. Merlevede het boek Kennismanagement: de vierde golf.

Warmoes werd in 1989 ingewijd in de Gentse loge Labyrint. Van 2013 tot 2015 was hij Grootmeester van de Grootloge van België. In die hoedanigheid bleef hij ijveren voor een nauwe samenwerking tussen de verschillende obediënties en federaties.


Boekbespreking


In het Woord vooraf wordt om te beginnen gesteld wat het doel is van dit boek. Deze doelstelling uit zich in twee vragen, de eerste werd al duidelijk gemaakt in de ondertitel. De tweede vraag is of de Constituties nog een zichtbare plaats verdienen binnen de Vrijmetselarij, of dat ze enkel nog een historische betekenis hebben.

 

Na het Woord vooraf volgt een Voorafgaand lexicon. Dit lexicon is mij toch wat al te summier en bevat slechts vier lemmata. Het is uiteraard niet de opzet van de auteurs geweest om een Maçonniek woordenboek te schrijven, maar er hadden toch wat meer verduidelijkingen van Maçonnieke begrippen in gemogen.

Wat de auteurs niet in het Woord vooraf of het Voorafgaand lexicon kwijt konden hebben ze dan maar in een Inleiding gegoten.

In de inleiding wordt de doelstelling uit het Woord vooraf van dit boek over een boek verder beschreven in vier hoofddoelen:

-        Vrijmetselaars aanzetten tot volledige kennismaking met de grondtekst

-        Een verklarend historisch kader bieden

-        Aantonen dat veel van de inhoud nog steeds actueel is

-        Niet-vrijmetselaars laten kennismaken met een basisdocument en hen alzo een historisch inzicht van de Vrijmetselarij bieden

Verder volgt een korte geschiedschrijving over de oorsprongsmythe van de Vrijmetselarij. De oprichtingsdatum van de eerste Grootloge van Londen wordt op plausibele wijze in twijfel getrokken. De protagonisten van de oorspronkelijk constituties Anderson en Dasaguliers komen met een korte biografie aan bod.

Vooraleer aan het eigenlijke werk te beginnen worden de vier erg verschillende delen van de constituties kort omschreven. De Inleiding wordt beëindigd, wegens ontstentenis van een definitie in de constituties, met een eigen definitie van Vrijmetselarij en deze welke Rik Pinxten heeft gegeven.

Hoofdstuk 1 – De Geschiedenis

De geschiedenis van de Vrijmetselarij zoals Anderson ze in zijn stichtingsakte opschreef wordt verder uitgewerkt met o.a. een verwijzing naar het Cooke Manuscript dat omstreeks 1450 geschreven is en een basis was voor de mythevorming van de vroegere Vrijmetselarij. De auteurs hebben deze geschiedenis wel ingekort omdat de versie van Anderson nogal langdradig is. In ieder geval leren we uit deze geschiedenis dat de Vrijmetselarij bol staat van metaforen.

Hoofdstuk 2 – De Plichten – The Charges

In dit hoofdstuk komen de Oude Plichten aan bod, maar eerst een stukje algemene geschiedenis en het inluiden van de moderne tijd en de gevolgen daarvan zoals de godsdienstoorlogen, de politieke en maatschappelijke verhoudingen, de scheiding tussen theologie en wetenschap en tussen religie en maatschappij oftewel tussen kerk en staat.

En zo komen wij bij de eerste twee plichten die de relatie van de Vrijmetselaars met godsdienst en wereldlijk gezag behandelen en die, wellicht ook vandaag nog, tot discussies en conflicten leiden.

De auteurs onderwerpen de plichten aan close reading en komen daarbij tot zeer plausibele conclusies. Welke dat moet de lezer maar zelf ontdekken.

Na de bespreking van elke plicht geven de auteurs er een herformulering van, aangepast aan het heden. Deze herformuleringen vormen samen nieuwe oude plichten waarin ik mij wel kan vinden. Ze zijn heel duidelijk, vlot en helder geformuleerd.

Hoofdstuk 3 – De Algemene Reglementen

De algemene reglementen zoals opgenomen in de Constituties worden onder de loep genomen en de hertaling wordt becommentarieerd vanuit de hedendaagse realiteit.

In feite is er weinig veranderd aan de reglementen sinds de publicatie van de Constituties en ze hebben de tand des tijds goed doorstaan.  Wat onder anderen wel veranderd is, is dat in de hedendaagse reglementen het verloop van de vergaderingen niet meer beschreven wordt zoals dat in de beginjaren van de Vrijmetselarij wel het geval was.

Ook bij de verkiezing van de Grootmeester ging het er in het verleden anders aan toe dan nu. Loting bepaalde wie GW werd als er geen unanimiteit was over een kandidaat en dat maakte dat één Broeder de procedure kon verzwaren.

Ook onder elk (deel)artikel is bij de hertaling van deze reglementen door de auteurs een commentaar toegevoegd vanuit de hedendaagse realiteit. 

Hoofdstuk 4 – De Liederen

 

Er wordt weinig gezongen in Belgische loges, maar bij Britse loges zijn liederen volgens de auteurs een cultuurproduct die passen in de Britse traditie. Liederen kunnen ook een mnemotechnisch middel zijn om zaken beter te onthouden dan droge tekst.

Er worden wel nog heildronken gehouden waarbij soms een lied aan te pas komt.

In het boek staan een aantal vertalingen van Britse liederen.

In de noten onderaan de bladzijden geven de auteurs meer uitleg over de inhoud van de liederen en hun betekenis.

 

Epiloog

In dit naschrift gaan de auteurs na hoe het verder ging met de constituties, meer bepaald hervormingen zoals de eerste in 1738 en de invloed van de twee visies van wat genoemd wordt The Antients en The Moderns.

De visie van de Antients wordt meer gevolgd in de VS, deze van de Moderns meer in de Europese loges.

In het subhoofdstuk Het grote schisma gaan de auteurs dieper in op hetgeen het al dan niet vasthouden aan het geloof in een almachtige God voor de Vrijmetselarij betekende.

Er wordt nog kort ingegaan op de Constituties als bron van de antimaçonnerie.

 

Tot slot geven de auteurs op het einde van de epiloog hun conclusies.

Ik ga hier niet verder op in, maar ik kan stellen dat zij positief zijn.

 

Bijlagen

 

In een eerste bijlage worden de herformuleringen van de Plichten nog eens samengevoegd om ze zo gezamenlijk in een nieuw jasje te steken, aangepast aan deze tijd.

 

Een tweede bijlage na de bibliografie bevat een historische en een Maçonnieke tijdlijn.

 

Conclusies

 

De oefening van Asselbergh en Warmoes om een geschrift uit 1723 met een hedendaags oog te bekijken blijkt toch wel een noodzakelijk en degelijk werk.

Een tekst van 300 jaar oud wordt niet altijd au sérieux genomen. Door er een hedendaagse invulling aan te geven zonder de basis te wijzigen wordt zo een oude tekst terug jong en beter behapbaar voor de nieuwe en jonge Vrijmetselaars.

 

Voor oudere en rijpere Vrijmetselaars is dit boek een welkome herontdekking van De Oude Plichten.

 

Profanen, geïnteresseerd in de Vrijmetselarij, krijgen met dit boek een aangename en duidelijke kennismaking waardoor ze misschien verder op zoek gaan en uiteindelijk de stap willen zetten om zich een schootsvel aan te meten.

 

De Stichtingsakte van de Vrijmetselarij is een uitstekend boek dat in de bibliotheken van alle loges en in de privébibliotheken van alle Vrijmetselaars thuishoort.

 

Br Walther B.