Methodiek
De
inleiding behelst het boek an sich, de auteurs en het opzet van de auteurs.
Eerst schrijf ik kort iets over de auteurs, dit wil zeggen zowel de
oorspronkelijke auteur, James Anderson als de auteurs van de studie, Joseph
Asselbergh en Steven Warmoes.
Verder
bespreek ik per hoofdstuk de bevindingen van Asselbergh en Warmoes, hun commentaren
en hun herformuleringen van de oorspronkelijke Charges. Dit uiteraard summier,
want het is natuurlijk niet de bedoeling om het boek helemaal over te
schrijven.
Namen
die voor het eerst verschijnen schrijf ik cursief, evenals citaten uit het boek.
Hier en
daar geef ik ook wel eens mijn eigen commentaar, voor zover ik commentaar kan
geven.
De
illustraties heb ik gewoon van het internet geplukt aangezien er geen copyright
meer op rust. Enkel op de illustratie van het boek zelf is het copyright nog
van toepassing, maar ik vermoed dat noch de auteurs, noch de uitgever bezwaar
zouden hebben, gezien de bescheiden publiciteit die deze bespreking met zich
meebrengt. Moest ik het bij het verkeerde eind hebben dan is een mail voldoende
om de illustratie te verwijderen.
Indien
er fouten ontdekt worden, zij het inhoudelijk, grammaticaal of spellingsfouten,
dan verneem ik dat graag en volgt er een rechtzetting.
Prolegomena
De ondertitel zegt het al, De actualiteit van haar Constituties van 1723, in dit boek gaan de auteurs na of The Constitutions of the Free-Masons van 1723, grotendeels geschreven door de Schotse predikant James Anderson nog steeds actueel zijn.
In 2023
zijn de Constitutions 300 jaar oud en er mocht volgens Asselbergh en Warmoes
wel eens onderzoek gedaan worden naar de huidige relevantie van de Old
Charges en Regulations.
Het boek
(ISBN 978 94 6117 036 1) telt 137 bladzijden en is als paperback uitgegeven
in 2020 bij uitgeverij ASP Editions. (ASP staat voor Academic
and Scientific Publishers), een uitgeverij die al meerdere uitstekende
boeken over Vrijmetselarij heeft uitgegeven.
Deze
studie kost €25 en kan besteld worden via deze webpagina: https://www.aspeditions.be/nl-be/book/de-stichtingsakte-van-de-vrijmetselarij/18128.htm
De auteurs
James
Anderson was een Schots predikant, geboren in Aberdeen omstreeks 1679, de
precieze geboortedatum is niet bekend, en is op 60-jarige leeftijd overleden in
Londen op 2 mei 1739.
Zijn vader
was voorzittend meester van een van de oudste loges in Schotland, de loge Aberdeen,
en dit van 1688 tot 1689. Deze werkplaats bestaat nog steeds. Er is niet met
zekerheid geweten of zoon James eveneens lid was van deze loge. In Londen is
hij wel zeker lid geweest van de loge Horne Tavern in
Westminster en de Lodge of Salomon's Temple in de Hemmings
Row.
Anderson
was er niet bij toen in 1717 de Grand Lodge of England werd opgericht.
De Grand
Lodge gaf hem in 1721 de opdracht om de Constitutions te schrijven.
Joseph
Asselbergh werd in 1940 in Antwerpen geboren en bouwde een carrière op in
het bankwezen.
In 1984 werd
hij ingewijd in de Antwerpse loge Les Elèves de Thémis, de oudste, sinds
1876, in het Nederlands werkende loge. In 2011 werd hij grootmeester van het Grootoosten
van België. Hij is ook lid van de loge Michel de Montaigne, een
werkplaats van het Grootoosten van België in Gent.
Verder
is Asselbergh bestuurder bij de Unie van Vrijzinnige Verenigingen en
afgevaardigd in de Centrale Vrijzinnige Raad.
Steven
Warmoes is burgerlijk ingenieur informatica en licentiaat management en is
zelfstandig consultant in kennismanagement. Over management schreef hij samen
met Patrick E. Merlevede het boek Kennismanagement: de vierde golf.
Warmoes
werd in 1989 ingewijd in de Gentse loge Labyrint. Van 2013 tot 2015 was
hij Grootmeester van de Grootloge van België. In die hoedanigheid bleef
hij ijveren voor een nauwe samenwerking tussen de verschillende obediënties en
federaties.
Boekbespreking
In het Woord
vooraf wordt om te beginnen gesteld wat het doel is van dit boek. Deze
doelstelling uit zich in twee vragen, de eerste werd al duidelijk gemaakt in de
ondertitel. De tweede vraag is of de Constituties nog een zichtbare plaats
verdienen binnen de Vrijmetselarij, of dat ze enkel nog een historische
betekenis hebben.
Na het Woord vooraf volgt
een Voorafgaand lexicon. Dit lexicon is mij toch wat al te summier en
bevat slechts vier lemmata. Het is uiteraard niet de opzet van de auteurs
geweest om een Maçonniek woordenboek te schrijven, maar er hadden toch wat meer
verduidelijkingen van Maçonnieke begrippen in gemogen.
Wat de auteurs niet in het
Woord vooraf of het Voorafgaand lexicon kwijt konden hebben ze dan maar in een Inleiding
gegoten.
In de inleiding wordt de doelstelling uit het Woord
vooraf van dit boek over een boek verder beschreven in vier hoofddoelen:
-
Vrijmetselaars aanzetten tot volledige kennismaking met de
grondtekst
-
Een verklarend historisch kader bieden
-
Aantonen dat veel van de inhoud nog steeds actueel is
-
Niet-vrijmetselaars laten kennismaken met een basisdocument
en hen alzo een historisch inzicht van de Vrijmetselarij bieden
Verder
volgt een korte geschiedschrijving over de oorsprongsmythe van de
Vrijmetselarij. De oprichtingsdatum van de eerste Grootloge van Londen wordt op
plausibele wijze in twijfel getrokken. De protagonisten van de oorspronkelijk
constituties Anderson en Dasaguliers komen met een korte biografie aan bod.
Vooraleer aan het eigenlijke werk te beginnen worden de vier erg verschillende delen van de constituties kort omschreven. De Inleiding wordt beëindigd, wegens ontstentenis van een definitie in de constituties, met een eigen definitie van Vrijmetselarij en deze welke Rik Pinxten heeft gegeven.
Hoofdstuk
1 – De Geschiedenis
De
geschiedenis van de Vrijmetselarij zoals Anderson ze in zijn stichtingsakte
opschreef wordt verder uitgewerkt met o.a. een verwijzing naar het Cooke
Manuscript dat omstreeks 1450 geschreven is en een basis was voor de
mythevorming van de vroegere Vrijmetselarij. De auteurs hebben deze
geschiedenis wel ingekort omdat de versie van Anderson nogal langdradig is. In
ieder geval leren we uit deze geschiedenis dat de Vrijmetselarij bol staat van
metaforen.
Hoofdstuk
2 – De Plichten – The Charges
In
dit hoofdstuk komen de Oude Plichten aan bod, maar eerst een stukje
algemene geschiedenis en het inluiden van de moderne tijd en de gevolgen
daarvan zoals de godsdienstoorlogen, de politieke en maatschappelijke
verhoudingen, de scheiding tussen theologie en wetenschap en tussen religie en
maatschappij oftewel tussen kerk en staat.
En
zo komen wij bij de eerste twee plichten die de relatie van de Vrijmetselaars met
godsdienst en wereldlijk gezag behandelen en die, wellicht ook vandaag nog, tot
discussies en conflicten leiden.
De
auteurs onderwerpen de plichten aan close reading en komen daarbij tot
zeer plausibele conclusies. Welke dat moet de lezer maar zelf ontdekken.
Na
de bespreking van elke plicht geven de auteurs er een herformulering van,
aangepast aan het heden. Deze herformuleringen vormen samen nieuwe oude
plichten waarin ik mij wel kan vinden. Ze zijn heel duidelijk, vlot en helder geformuleerd.
Hoofdstuk
3 – De Algemene Reglementen
De
algemene reglementen zoals opgenomen in de Constituties worden onder de loep
genomen en de hertaling wordt becommentarieerd vanuit de hedendaagse realiteit.
In
feite is er weinig veranderd aan de reglementen sinds de publicatie van de Constituties
en ze hebben de tand des tijds goed doorstaan. Wat onder anderen wel veranderd is, is dat in
de hedendaagse reglementen het verloop van de vergaderingen niet meer
beschreven wordt zoals dat in de beginjaren van de Vrijmetselarij wel het geval
was.
Ook
bij de verkiezing van de Grootmeester ging het er in het verleden anders aan
toe dan nu. Loting bepaalde wie GW werd als er geen unanimiteit was over een
kandidaat en dat maakte dat één Broeder de procedure kon verzwaren.
Ook
onder elk (deel)artikel is bij de hertaling van deze reglementen door de auteurs een
commentaar toegevoegd vanuit de hedendaagse realiteit.
Hoofdstuk 4 – De Liederen
Er wordt weinig gezongen in
Belgische loges, maar bij Britse loges zijn liederen volgens de auteurs een cultuurproduct
die passen in de Britse traditie. Liederen kunnen ook een mnemotechnisch
middel zijn om zaken beter te onthouden dan droge tekst.
Er worden wel nog
heildronken gehouden waarbij soms een lied aan te pas komt.
In het boek staan een aantal
vertalingen van Britse liederen.
In de noten onderaan de
bladzijden geven de auteurs meer uitleg over de inhoud van de liederen en hun
betekenis.
Epiloog
In dit naschrift gaan de
auteurs na hoe het verder ging met de constituties, meer bepaald hervormingen
zoals de eerste in 1738 en de invloed van de twee visies van wat genoemd wordt The
Antients en The Moderns.
De visie van de Antients
wordt meer gevolgd in de VS, deze van de Moderns meer in de Europese loges.
In het subhoofdstuk Het
grote schisma gaan de auteurs dieper in op hetgeen het al dan niet
vasthouden aan het geloof in een almachtige God voor de Vrijmetselarij
betekende.
Er wordt nog kort ingegaan
op de Constituties als bron van de antimaçonnerie.
Tot slot geven de auteurs op
het einde van de epiloog hun conclusies.
Ik ga hier niet verder op
in, maar ik kan stellen dat zij positief zijn.
Bijlagen
In een eerste bijlage worden
de herformuleringen van de Plichten nog eens samengevoegd om ze zo gezamenlijk in
een nieuw jasje te steken, aangepast aan deze tijd.
Een tweede bijlage na de bibliografie
bevat een historische en een Maçonnieke tijdlijn.
Conclusies
De oefening van Asselbergh
en Warmoes om een geschrift uit 1723 met een hedendaags oog te bekijken blijkt
toch wel een noodzakelijk en degelijk werk.
Een tekst van 300 jaar oud
wordt niet altijd au sérieux genomen. Door er een hedendaagse invulling aan te
geven zonder de basis te wijzigen wordt zo een oude tekst terug jong en beter
behapbaar voor de nieuwe en jonge Vrijmetselaars.
Voor oudere en rijpere
Vrijmetselaars is dit boek een welkome herontdekking van De Oude Plichten.
Profanen, geïnteresseerd in
de Vrijmetselarij, krijgen met dit boek een aangename en duidelijke kennismaking
waardoor ze misschien verder op zoek gaan en uiteindelijk de stap willen zetten
om zich een schootsvel aan te meten.
De Stichtingsakte van de
Vrijmetselarij is een uitstekend boek dat in de bibliotheken van alle loges en
in de privébibliotheken van alle Vrijmetselaars thuishoort.
Br∴
Walther
B.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten