maandag 11 april 2022

Boekbespreking: “De Stichtingsakte van de Vrijmetselarij” – Joseph Asselbergh & Steven Warmoes

Methodiek

De inleiding behelst het boek an sich, de auteurs en het opzet van de auteurs. Eerst schrijf ik kort iets over de auteurs, dit wil zeggen zowel de oorspronkelijke auteur, James Anderson als de auteurs van de studie, Joseph Asselbergh en Steven Warmoes.

Verder bespreek ik per hoofdstuk de bevindingen van Asselbergh en Warmoes, hun commentaren en hun herformuleringen van de oorspronkelijke Charges. Dit uiteraard summier, want het is natuurlijk niet de bedoeling om het boek helemaal over te schrijven.

 

Namen die voor het eerst verschijnen schrijf ik cursief, evenals citaten uit het boek.

 

Hier en daar geef ik ook wel eens mijn eigen commentaar, voor zover ik commentaar kan geven.

De illustraties heb ik gewoon van het internet geplukt aangezien er geen copyright meer op rust. Enkel op de illustratie van het boek zelf is het copyright nog van toepassing, maar ik vermoed dat noch de auteurs, noch de uitgever bezwaar zouden hebben, gezien de bescheiden publiciteit die deze bespreking met zich meebrengt. Moest ik het bij het verkeerde eind hebben dan is een mail voldoende om de illustratie te verwijderen.

 

Indien er fouten ontdekt worden, zij het inhoudelijk, grammaticaal of spellingsfouten, dan verneem ik dat graag en volgt er een rechtzetting.

  

Prolegomena


De ondertitel zegt het al, De actualiteit van haar Constituties van 1723, in dit boek gaan de auteurs na of The Constitutions of the Free-Masons van 1723, grotendeels geschreven door de Schotse predikant James Anderson nog steeds actueel zijn.

 

In 2023 zijn de Constitutions 300 jaar oud en er mocht volgens Asselbergh en Warmoes wel eens onderzoek gedaan worden naar de huidige relevantie van de Old Charges en Regulations.

 

Het boek (ISBN 978 94 6117 036 1) telt 137 bladzijden en is als paperback uitgegeven in 2020 bij uitgeverij ASP Editions. (ASP staat voor Academic and Scientific Publishers), een uitgeverij die al meerdere uitstekende boeken over Vrijmetselarij heeft uitgegeven.

Deze studie kost €25 en kan besteld worden via deze webpagina: https://www.aspeditions.be/nl-be/book/de-stichtingsakte-van-de-vrijmetselarij/18128.htm



De auteurs


James Anderson was een Schots predikant, geboren in Aberdeen omstreeks 1679, de precieze geboortedatum is niet bekend, en is op 60-jarige leeftijd overleden in Londen op 2 mei 1739.

Zijn vader was voorzittend meester van een van de oudste loges in Schotland, de loge Aberdeen, en dit van 1688 tot 1689. Deze werkplaats bestaat nog steeds. Er is niet met zekerheid geweten of zoon James eveneens lid was van deze loge. In Londen is hij wel zeker lid geweest van de loge Horne Tavern in Westminster en de Lodge of Salomon's Temple in de Hemmings Row.

Anderson was er niet bij toen in 1717 de Grand Lodge of England werd opgericht.

De Grand Lodge gaf hem in 1721 de opdracht om de Constitutions te schrijven.

 

Joseph Asselbergh werd in 1940 in Antwerpen geboren en bouwde een carrière op in het bankwezen.

In 1984 werd hij ingewijd in de Antwerpse loge Les Elèves de Thémis, de oudste, sinds 1876, in het Nederlands werkende loge. In 2011 werd hij grootmeester van het Grootoosten van België. Hij is ook lid van de loge Michel de Montaigne, een werkplaats van het Grootoosten van België in Gent.

Verder is Asselbergh bestuurder bij de Unie van Vrijzinnige Verenigingen en afgevaardigd in de Centrale Vrijzinnige Raad.

 

Steven Warmoes is burgerlijk ingenieur informatica en licentiaat management en is zelfstandig consultant in kennismanagement. Over management schreef hij samen met Patrick E. Merlevede het boek Kennismanagement: de vierde golf.

Warmoes werd in 1989 ingewijd in de Gentse loge Labyrint. Van 2013 tot 2015 was hij Grootmeester van de Grootloge van België. In die hoedanigheid bleef hij ijveren voor een nauwe samenwerking tussen de verschillende obediënties en federaties.


Boekbespreking


In het Woord vooraf wordt om te beginnen gesteld wat het doel is van dit boek. Deze doelstelling uit zich in twee vragen, de eerste werd al duidelijk gemaakt in de ondertitel. De tweede vraag is of de Constituties nog een zichtbare plaats verdienen binnen de Vrijmetselarij, of dat ze enkel nog een historische betekenis hebben.

 

Na het Woord vooraf volgt een Voorafgaand lexicon. Dit lexicon is mij toch wat al te summier en bevat slechts vier lemmata. Het is uiteraard niet de opzet van de auteurs geweest om een Maçonniek woordenboek te schrijven, maar er hadden toch wat meer verduidelijkingen van Maçonnieke begrippen in gemogen.

Wat de auteurs niet in het Woord vooraf of het Voorafgaand lexicon kwijt konden hebben ze dan maar in een Inleiding gegoten.

In de inleiding wordt de doelstelling uit het Woord vooraf van dit boek over een boek verder beschreven in vier hoofddoelen:

-        Vrijmetselaars aanzetten tot volledige kennismaking met de grondtekst

-        Een verklarend historisch kader bieden

-        Aantonen dat veel van de inhoud nog steeds actueel is

-        Niet-vrijmetselaars laten kennismaken met een basisdocument en hen alzo een historisch inzicht van de Vrijmetselarij bieden

Verder volgt een korte geschiedschrijving over de oorsprongsmythe van de Vrijmetselarij. De oprichtingsdatum van de eerste Grootloge van Londen wordt op plausibele wijze in twijfel getrokken. De protagonisten van de oorspronkelijk constituties Anderson en Dasaguliers komen met een korte biografie aan bod.

Vooraleer aan het eigenlijke werk te beginnen worden de vier erg verschillende delen van de constituties kort omschreven. De Inleiding wordt beëindigd, wegens ontstentenis van een definitie in de constituties, met een eigen definitie van Vrijmetselarij en deze welke Rik Pinxten heeft gegeven.

Hoofdstuk 1 – De Geschiedenis

De geschiedenis van de Vrijmetselarij zoals Anderson ze in zijn stichtingsakte opschreef wordt verder uitgewerkt met o.a. een verwijzing naar het Cooke Manuscript dat omstreeks 1450 geschreven is en een basis was voor de mythevorming van de vroegere Vrijmetselarij. De auteurs hebben deze geschiedenis wel ingekort omdat de versie van Anderson nogal langdradig is. In ieder geval leren we uit deze geschiedenis dat de Vrijmetselarij bol staat van metaforen.

Hoofdstuk 2 – De Plichten – The Charges

In dit hoofdstuk komen de Oude Plichten aan bod, maar eerst een stukje algemene geschiedenis en het inluiden van de moderne tijd en de gevolgen daarvan zoals de godsdienstoorlogen, de politieke en maatschappelijke verhoudingen, de scheiding tussen theologie en wetenschap en tussen religie en maatschappij oftewel tussen kerk en staat.

En zo komen wij bij de eerste twee plichten die de relatie van de Vrijmetselaars met godsdienst en wereldlijk gezag behandelen en die, wellicht ook vandaag nog, tot discussies en conflicten leiden.

De auteurs onderwerpen de plichten aan close reading en komen daarbij tot zeer plausibele conclusies. Welke dat moet de lezer maar zelf ontdekken.

Na de bespreking van elke plicht geven de auteurs er een herformulering van, aangepast aan het heden. Deze herformuleringen vormen samen nieuwe oude plichten waarin ik mij wel kan vinden. Ze zijn heel duidelijk, vlot en helder geformuleerd.

Hoofdstuk 3 – De Algemene Reglementen

De algemene reglementen zoals opgenomen in de Constituties worden onder de loep genomen en de hertaling wordt becommentarieerd vanuit de hedendaagse realiteit.

In feite is er weinig veranderd aan de reglementen sinds de publicatie van de Constituties en ze hebben de tand des tijds goed doorstaan.  Wat onder anderen wel veranderd is, is dat in de hedendaagse reglementen het verloop van de vergaderingen niet meer beschreven wordt zoals dat in de beginjaren van de Vrijmetselarij wel het geval was.

Ook bij de verkiezing van de Grootmeester ging het er in het verleden anders aan toe dan nu. Loting bepaalde wie GW werd als er geen unanimiteit was over een kandidaat en dat maakte dat één Broeder de procedure kon verzwaren.

Ook onder elk (deel)artikel is bij de hertaling van deze reglementen door de auteurs een commentaar toegevoegd vanuit de hedendaagse realiteit. 

Hoofdstuk 4 – De Liederen

 

Er wordt weinig gezongen in Belgische loges, maar bij Britse loges zijn liederen volgens de auteurs een cultuurproduct die passen in de Britse traditie. Liederen kunnen ook een mnemotechnisch middel zijn om zaken beter te onthouden dan droge tekst.

Er worden wel nog heildronken gehouden waarbij soms een lied aan te pas komt.

In het boek staan een aantal vertalingen van Britse liederen.

In de noten onderaan de bladzijden geven de auteurs meer uitleg over de inhoud van de liederen en hun betekenis.

 

Epiloog

In dit naschrift gaan de auteurs na hoe het verder ging met de constituties, meer bepaald hervormingen zoals de eerste in 1738 en de invloed van de twee visies van wat genoemd wordt The Antients en The Moderns.

De visie van de Antients wordt meer gevolgd in de VS, deze van de Moderns meer in de Europese loges.

In het subhoofdstuk Het grote schisma gaan de auteurs dieper in op hetgeen het al dan niet vasthouden aan het geloof in een almachtige God voor de Vrijmetselarij betekende.

Er wordt nog kort ingegaan op de Constituties als bron van de antimaçonnerie.

 

Tot slot geven de auteurs op het einde van de epiloog hun conclusies.

Ik ga hier niet verder op in, maar ik kan stellen dat zij positief zijn.

 

Bijlagen

 

In een eerste bijlage worden de herformuleringen van de Plichten nog eens samengevoegd om ze zo gezamenlijk in een nieuw jasje te steken, aangepast aan deze tijd.

 

Een tweede bijlage na de bibliografie bevat een historische en een Maçonnieke tijdlijn.

 

Conclusies

 

De oefening van Asselbergh en Warmoes om een geschrift uit 1723 met een hedendaags oog te bekijken blijkt toch wel een noodzakelijk en degelijk werk.

Een tekst van 300 jaar oud wordt niet altijd au sérieux genomen. Door er een hedendaagse invulling aan te geven zonder de basis te wijzigen wordt zo een oude tekst terug jong en beter behapbaar voor de nieuwe en jonge Vrijmetselaars.

 

Voor oudere en rijpere Vrijmetselaars is dit boek een welkome herontdekking van De Oude Plichten.

 

Profanen, geïnteresseerd in de Vrijmetselarij, krijgen met dit boek een aangename en duidelijke kennismaking waardoor ze misschien verder op zoek gaan en uiteindelijk de stap willen zetten om zich een schootsvel aan te meten.

 

De Stichtingsakte van de Vrijmetselarij is een uitstekend boek dat in de bibliotheken van alle loges en in de privébibliotheken van alle Vrijmetselaars thuishoort.

 

Br Walther B.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten