zondag 23 april 2017

Vrijmetselarij weer onder vuur en De Ceulaer doet er een schepje op

Vrijdag 14 april in De Standaard en zaterdag 15 april in De Morgen verschenen twee artikels over Vrijmetselarij en haar leden. Schrijvers van dienst waren, voor De Standaard Stijn Cools en voor De Morgen Joël De Ceulaer. Het stuk van De Ceulaer was een opiniestuk in de vorm van een essay, dat van Cools was gewone berichtgeving met getuigenissen.

Ik heb een week gewacht met het schrijven van dit commentaar. Ik was niet zeker of ik wel überhaupt iets zou schrijven. Ik heb dan ook beide artikels enkele malen herlezen om zeker te zijn dat ik alles wel goed had gelezen, en dan voornamelijk het stuk in De Morgen.

Aanleiding was het artikel, ook in De Morgen, van Remy Amkreutz en Yannick Verberckmoes: Groep in loge zet druk op rector UGent: "Neem niet deel aan verkiezing" met als ondertitel Rectorverkiezing in sfeer van intimidatie.
In dat artikel wordt gesuggereerd dat de huidige rector van UGent, Anne De Paepe, onder druk werd gezet door Vrijmetselaars - een groep prominente academici en bestuurders volgens De Morgen - aan diezelfde UGent om niet aan de volgende rectorverkiezingen deel te nemen.

Anne De Paepe is van katholieke signatuur en er zou binnen de UGent een ongeschreven regel bestaan dat er na een katholiek een Vrijmetselaar zou volgen aan het hoofd van de unief. Zowel De Paepe zelf als Yannick De Clercq - zelf Vrijmetselaar - zouden dat bericht bevestigd hebben.
Weer een onfrisse historie met Vrijmetselaars in de hoofdrol, weer een conspiratief verhaal dat “De Loge” met de billen bloot zet, daar smullen de mensen van, moeten ze op sommige redacties hebben gedacht.

Als dat nieuws van die intimidatie klopt, dan is dat not done, Vrijmetselaars of niet, en dan moet dit naar buiten gebracht worden, punt. Als het klopt en er zijn Vrijmetselaars bij betrokken, dan vind ik dat beschamend voor de Vrijmetselarij en elke Vrijmetselaar onwaardig. Voor mij mogen zulke broeders en/of zusters aan de tempelpoort gezet worden. In elke vereniging zitten leden met niet al te beste bedoelingen. En ja, ook de Vrijmetselarij wordt al eens besmet door wat men noemt “carrièremaçons”. Ik ken er zo wel enkelen en ik moet ze niet.

Ik vraag me wel af of dit verhaal dezelfde weerklank zou gehad hebben moesten er geen Vrijmetselaars in vernoemd worden, of indien het katholieken waren die een vrijzinnige - al dan niet Vrijmetselaar - onder druk hadden gezet.

Even naar de artikelen van 14 en 15 april.

In De Standaard laat redacteur Stijn Cools een lid van de raad van bestuur van UGent aan het woord die, anoniem, stelt dat het “meer met persoonlijkheden te maken heeft dan met complottheorieën”. Deze getuige zegt ook dat er elke vier jaar tijdens de rectorverkiezingen weer geruchten opduiken dat er vanuit een of andere zijde invloed uitgeoefend wordt.

Een tweede getuige zegt dan weer dat hij nooit iets van beïnvloeding heeft gezien en noemt de huidige heisa meer perceptie dan iets anders.

Verder komt ook een bekende Vrijmetselaar aan het woord, met name Jacky Goris die het verhaal van een complot van de loge gewoon flauwekul noemt. Goris vreest dat bepaalde individuen kandidaat-rector Rik Van de Walle in diskrediet willen brengen.

Het opiniestuk van Joël De Ceulaer is dan weer andere koek. Zijn toon mag dan al iets milder zijn dan in zijn vorige tirade tegen de Vrijmetselarij in De Morgen (zie mijn vorig blogartikel in de vorm van een open brief: http://discretemortel.blogspot.be/2016/06/open-brief-aan-joel-de-ceulaer.html), hij kan het toch niet laten om bovenop de negatieve perceptie nog een schepje beschadiging aan toe te voegen.

De Ceulaer ergert zich blijkbaar over het feit dat er nogal wat Vrijmetselaars zijn die de negatieve berichtgeving over Vrijmetselarij in De Morgen bekritiseren. Ik erger mij aan De Ceulaer omwille van zijn voortdurend geschimp op een club die enkel maar goede bedoelingen heeft en waarvan een kleine minderheid buiten de lijntjes kleurt, net zoals dat in alle clubs, bewegingen, partijen en genootschappen zo is. Nergens echter worden de foute strapatsen van enkele individuele leden zo uitvergroot als in de Vrijmetselarij.

Ook in het essay van De Ceulaer wordt weeral de nadruk gelegd op bekokstoven en samenzweringen. Hij haalt een anekdote aan van Stijn Meuris die ooit door Steve Stevaert werd gepolst om lid te worden van de loge waarbij Stevaert gezegd zou hebben dat “als ge dan eens iets aan de hand hebt, dan kunnen we dingen regelen.”

Zulke uitspraken zijn uiteraard gefundenes Fressen voor de anti-maçonnerie en De Ceulaer maakt daar dankbaar gebruik van. Ook in zijn vorig stuk over Vrijmetselarij werd Stevaert al in negatieve zin aangehaald. Het getuigt dan ook van feitenarmoede om steeds dezelfde Vrijmetselaar aan te halen die niet vies was van wat bekokstoverij.

Ook Termont en Bracke worden weeral opgevoerd, zij het terzijde bij de geschiedenis van Mario Verstraete, lid van dezelfde loge, die als eerste in België gebruik heeft gemaakt van de euthanasiewet. Mario werd tot op het einde bijgestaan door zijn Broeders Vrijmetselaars. Mooi vindt De Ceulaer dat, maar hij vindt het ook een gemiste kans voor de Vrijmetselarij om op positieve manier uit de kast te komen. “Als mooie verhalen verborgen blijven, integere vrijmetselaars in de kast blijven zitten en alleen de schandalen het nieuws halen, dan mag je niet verbaasd zijn dat je met een imagoprobleem worstelt. Dan heb je dat vooral aan jezelf te danken.” Schrijft De Ceulaer. Ik geef hem gedeeltelijk gelijk. Met alleen schandalen komt de Vrijmetselarij slecht uit de verf, maar eigen schuld, dikke bult, neen, daar ben ik het niet mee eens. Hier is dan ook een taak weggelegd voor de journalistiek in het algemeen. Mooie verhalen komen niet in het nieuws. Mooie verhalen hebben geen smeuïge nieuwswaarde. Het zijn de complottheorieën waar krantenlezers van lusten.

Ik roep Joël De Ceulaer en zijn collegae dan ook op om Vrijmetselarij positief te benaderen in plaats van steeds te focussen op het negatieve, want het is zoals Jacky Goris zegt: “Ik zie een paradox: die complottheorieën maken het moeilijk om zich bekend te maken als vrijmetselaar. Ze riskeren in die verdachtmakingen terecht te komen.” En dat precies is de schuld van de negatief ingestelde pers.

Zoals steeds zit het venijn in de staart. De Ceulaer beëindigt zijn essay met de positieve discriminatie. Vrijmetselaars beloven hun Broeders en Zusters bij te staan, niet alleen in nood, maar ook als ze een baantje zoeken. Indien er na een selectie twee evenwaardige kandidaten overblijven waarvan één lid van een loge is, dan kiest men als Vrijmetselaar voor zijn Broeder of Zuster. Dat klopt. Is dat zo verkeerd? Dat gebeurt toch overal op elk niveau. Jongens die vroeger bij Patro Eisden voetbalden kregen een mooi baantje bij de steenkoolmijn. Nu nog, als een amateurvoetballer bij de ploegsponsor die toevallig ook ondernemer is, gaat aankloppen voor een job, dan heeft hij toch ook een beentje voor. En laat ons in dezen over de politiek maar zwijgen, we weten allemaal hoe het eraan toe gaat met de juiste partijkaart.

Wat mij het meest ergert aan het essay van De Ceulaer is dat hij beweert dat Vrijmetselaars zulke positieve discriminatie beloven bij hun inwijding en dat zij een eed moeten zweren om elkaar positief te discrimineren zonder dat de buitenwereld daar ooit lucht van kan krijgen.

Het is zulke vooringenomenheid van sommige kwaadwillige journalisten die het negatieve beeld van de Vrijmetselarij bestendigen.


Ik daag Joël De Ceulaer dan ook uit om mij één rituaal te tonen, van welke obediëntie of federatie dan ook, waarin een eed tot positieve discriminatie staat. Indien hij daarin slaagt dan zal ik ootmoedig mijn verontschuldigingen aanbieden. Tot dan zal ik Joël De Ceulaer blijven aanzien als een anti-maçon of een moderne Léo Taxil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten