dinsdag 28 juni 2016

Open brief aan Joël De Ceulaer

Geachte heer De Ceulaer,


Uw opiniestuk in De Morgen van 27 juni over Daniël Termont verbaasde mij in die zin dat ik niet begrijp dat een intelligent mens – en dat bent u toch, of niet? – in de 21ste eeuw nog gelooft in complottheorieën. Eigenlijk denk  ik niet dat u daarin gelooft, het komt mij eerder voor dat uw opiniestuk past in een hetze tegen of een afrekening met de sp.a in het algemeen of met één of meerdere sp.a-ers in het bijzonder.

Is het misschien uit rancune. Heeft u ooit aangeklopt bij een loge en bent u geweigerd? Zo zijn er nog hoor.

De Morgen laat al langer geen gelegenheid onbenut om de sp.a en haar mandatarissen te beschimpen of te belasteren. Uw krant draagt het socialistisch gedachtengoed dan ook al lang niet meer uit en noemt zich onafhankelijk. Bij dat laatste heb ik toch mijn bedenkingen. Zij is nu eerder liberaal. Of dit laatste te maken heeft met het feit dat de krant is overgenomen door de Persgroep, met als CEO een liberaal in hart en nieren, laat ik in het midden. Schijn kan bedriegen, nietwaar.
Nu, voor mij niet gelaten, maar laat een krant zich niet onafhankelijk noemen als zij schrijft in functie van haar broodheren.

Maar laat mij het nu even hebben over de Vrijmetselarij en over de inhoud van uw opiniestuk.

Ik spring onmiddellijk naar de laatste alinea, want wat u daar poneert vind ik ronduit een extreemrechts idee. Volgens u moeten politici, magistraten en journalisten hun lidmaatschap van de loge bekendmaken. U treedt daarmee in de voetsporen van het Vlaams Blok. U weet wellicht nog wel dat het VB in augustus 2006, ten tijde van het zogenaamde droogleggingsproces, maar liefst 32 van de 48 Staatsraden wilde wraken wegens partijdigheid omwille van hun vermeend lidmaatschap van de loge.  
Ik hoop en durf aan te nemen dat u zich niet verwant voelt met die extreemrechtse club, maar het kwaad is geschied, u schrijft uw wensen neer, net als het Vlaams Blok. Dat verontrust mij zeer, te meer daar het in een zogenaamd onhankelijk dagblad staat. Verba volant, scipta manent, weet u wel.
Zou u ook overwegen om van alle gezagsdragers en journalisten te eisen om hun lidmaatschap van, en ik noem maar wat, Opus Dei of het Sint Maartensfonds bekend te maken? En dan ga ik één ruk door, ook maar de gestelde lichamen? Men ziet u al aankomen.

Wat mijnheer Termont betreft, insinueert u feiten die totaal van de pot gerukt zijn, zoals: “Hebt u ooit een partijtje strippoker gespeeld op zijn jacht?”. Wat beoogt u met dit leugenachtig gestook? Of is het misschien humoristisch of satirisch bedoeld? Ik denk niet dat er ook maar iemand mee kan lachen, en de heer Termont al helemaal niet. Heeft u trouwens al ooit gehoord van het vermoeden van onschuld?
Termont heeft mijns inzien vooral slecht en paniekerig gecommuniceerd. Hij had beter, zoals Mitterand,  over zijn aanwezigheid op een of andere boot gezegd: “Et alors?”
En trouwens, wat is het belangrijkste, dat Termont bevriend was met iemand waarvan nu blijkt dat het een sjoemelaar is of het gesjoemel zelf. En moest blijken dat ook Termont boter op zijn hoofd heeft, dan moet het gerecht zijn werk doen. Journalisten veroordelen al te vaak mensen nog voor ze in beschuldiging zijn gesteld.
Ik ga nog even door mijnheer De Ceulear.

In uw stuk komen de namen voor van Siegfried Bracke en Steve Stevaert.

Is het misschien Bracke die u ingelicht heeft, ook over de naam van de werkplaatst?
Heeft Bracke de discretie doorbroken? Het is alleszins zo dat de Vrijmetselarij al een tijdje een visceraal wantrouwen  heeft in Bracke. De Optimazaak is voor die man dan ook Gefundenes Fressen om de sp.a aan te vallen.
En Stevaert, ach, intussen weten we wel dat hij niet zo een beminnelijk man was als hij deed uitschijnen. Hij schermde zijn privéleven zo veel mogelijk af, en dat hij dan boos werd tot daar toe, maar mensen bedreigen is verwerpelijk, een Vrijmetselaar onwaardig, maar het is een smeuig feit dat graag gelezen wordt.

Wat het doorspelen van, en ik citeer, “baantjes en ander lekkers” en de belofte van “positieve discriminatie” van Vrijmetselaars onder elkaar, daar moet ik toch even bij (glim)lachen. Vrijmetselaars helpen elkaar indien nodig, maar zij helpen ook mensen buiten de loge, getuige de vele steunverlenende projecten in binnen- en buitenland die de werkplaatsen opzetten.
Trouwens, in elke club gaat dat zo, bij de Lions Club, de Rotary, de Kiwanis, de vele golf- en tennisclubs, en ja, ook bij de duivenbond en de vogelpikclub. Elke club naar haar en elk lid naar zijn vermogen.

Ten slotte wil ik nog dit meegeven mijnheer De Ceulaer; DE Vrijmetselarij of DE Loge bestaat niet, er is geen algemene uniformiteit. En HET geheim bestaat al evenmin. Wij zijn geen geheim genootschap maar een discreet genootschap.
Elke Vrijmetselaar is vrij om zich te outen, niemand is dat verplicht.
Dat er nog steeds vele Vrijmetselaars zijn die er niet voor durven uitkomen, komt door mensen als u, die zonder er ook maar een yota over te weten steeds klaar staan om te veroordelen. Er zijn nog steeds vele Vrijmetselaars die vrezen voor broodroof wanneer hogergeplaatsten er weet van hebben.

Dus mijnheer De Ceulaer, bevraag u eens bij echte Vrijmetselaars in plaats van bij rancuneuze pseudobroeders als Bracke. U moet er toch wel wat kennen bij de VUB.

In deze brief staan vele vragen, en ik zou zeggen, nu u toch bezig bent met opiniestukken te schrijven, ga voor de korte pijn en beantwoord al deze vragen.

Met de meest broederlijke groeten,


Een Vrijmetselaar die zijn privéleven afschermt.
(ik ben dan ook noch politicus noch magistraat noch journalist, maar een gewone bediende)


maandag 27 juni 2016

Referendum van het Verenigd Koninkrijk: overwinning van de voorstanders de Unie te verlaten


Europees Forum van Vrijmetselaars
juni 2016
Infoletter 68
Referendum van het Verenigd Koninkrijk:
overwinning van de voorstanders de Unie te verlaten
"Fools, whose only gift is in devising impossible slanders."
vrij naar William Shakespeare

Op 23 juni 2016 heeft een meerderheid van de Britse kiezers zich uitgesproken voor het verlaten van de Europese Unie. De kiescampagne die eraan vooraf ging heeft het land diepgaand verdeeld, haat was daarbij niet uit de lucht, wat geleid heeft tot de moord op de Britse pro-Europese MP, Jo Cox. Een gelijkaardige haat lag aan de oorsprong van de moord in 2003 op de Zweedse minister van buitenlandse zaken, Anna Lindh, naar aanleiding van het referendum in haar land over de eenheidsmunt.
Het is blijkbaar de kwestie van de migratie die de balans heeft doen doorslaan, nadat het pro-exit kamp de schrik aangewakkerd had voor de massale migratie vanuit de Oost- en Zuid-Europese landen, met opwekken van bij de Britten niet vermoede xenofobe en racistische gevoelens.
En zeggen dat dit alles misschien slechts het gevolg is van een pokerspel van M. Cameron voor een zuiver nationale electorale agenda. Nu blijkt dat hij niet alleen Europa in gevaar brengt maar ook zijn eigen Brits Koninkrijk.
Aan ons nu om te trachten te begrijpen waarom de Britten die keuze gemaakt hebben, wat dit betekent voor de 27 overige lidstaten, en ons af te vragen hoe te beletten dat andere Europese landen dezelfde weg opgaan.
Tussen het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie is er nooit 'de grote liefde' geweest. Een belangrijk deel van zijn bevolking is inderdaad al altijd tegen de EU geweest, zowel vóór als na de aansluiting in 1973. Op te merken valt dat de meerderheid van de Britse media niet gestopt is, dag na dag, een lasterlijke campagne te voeren, o.a. met verscherpen van de eurofobe toon door Boris Johnson, toen hij in de jaren 90 correspondent was van de 'Telegraph' in Brussel. Een hersenspoeling van meer dan 43 jaar die ongetwijfeld sporen nagelaten heeft bij de bevolking.
In het VK is de belangrijkste steun voor de Unie gekomen van de grote ondernemingen, in de eerste plaats van de financiële maatschappijen die een goed deel van hun winsten gehaald hebben uit de Europese eenheidsmarkt. Het is precies om te kunnen profiteren van de voordelen van deze markt dat een groot aantal van deze ondernemingen ervoor gekozen hebben zich in het VK te vestigen, alhoewel ze noch Brits noch Europees waren.
De politieke verantwoordelijken en de Europese en Britse ambtenaren zullen nu voor de gevolgen van de Britse exit moeten instaan. Die zullen vooral voor Groot-Brittannië belangrijk zijn, niet noodzakelijk ook zo voor de rest van de EU. Een beperkte groep ambtenaren en politieke verantwoordelijken van de Europese Commissie en de Raad van Ministers kan perfect de besprekingen leiden, terwijl de anderen zich kunnen toeleggen op de toekomst van de Unie.
Het is evenwel niet uitgesloten dat in sommige lidstaten – we weten niet hoeveel – de bevolking, onder druk van de populistische wind in Europa, zal aandringen op het organiseren van een referendum over de toekomst van hun land binnen de Unie. Dit is wat de verantwoordelijke leiders van de EU het meest vrezen. Op dit ogenblik kan immers niet voorspeld worden welke omvang deze eis zou kunnen nemen. Nochtans moeten wij, als leden van het EFVM / de EVVD die het Europees project steunen, dit scenario niet lichtvaardig opnemen, gezien de omvang van de verwerping van de EU waarvan we allen getuige zijn. Aan de andere kant zou Schotland vrij snel een nieuw referendum kunnen organiseren met het oog op zijn onafhankelijkheid, om deel te kunnen blijven uitmaken van Europa, met verbreken van de eenheid van het Verenigd Koninkrijk. Een dergelijk referendum zou trouwens de eisen van de separatisten die van zich laten horen in meerdere lidstaten kunnen aanwakkeren.
Het vertrek van Groot-Brittannië zou heel goed de elektroschok kunnen zijn die nodig is om opnieuw het idee te lanceren van een "steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa" die de Britten nu hebben verworpen. Als er een waarachtige wil aanwezig is van de bevolking van sommige landen van de Unie, hoe weinig talrijk ook, om verder te gaan op weg naar een grotere integratie, zouden hun politieke verantwoordelijken kunnen beslissen dat het ogenblik gekomen is om een nieuw project van de Unie voor te stellen en zich tot hun gezamenlijk electoraat te wenden om het te overtuigen hen in hun opzet te steunen. Kortom, dit is wat wij maçons, uit zorg voor harmonie binnen een zelfde lotsgemeenschap, "verenigen wat verdeeld is" noemen. Het is trouwens ook de reden waarom het EFVM / de EVVD opgericht is geworden. Daarom moeten wij, de leden, nu al onze krachten bundelen voor een "Europa anders".
In conclusie is het interessant te noteren dat door het vertrek van Groot-Brittannië, de nieuwe situatie herinnert aan de turbulenties die met de oprichting van de Verenigde Staten van Amerika gepaard gegaan zijn. De leiders van de verschillende Amerikaanse staten, die de revolutie tegen Groot-Brittannië steunden, richtten in 1776 een Unie op, steunend op een confederale constitutie, waarvan de uitvoering in vele opzichten kan vergeleken worden met de huidige, vooral intergouvernementele van de EU. Na de beëindiging van de oorlog met het VK werd het snel duidelijk dat de toepassing van de confederale constitutie voor veel problemen zorgde. De staten beschermden vooral hun eigen belangen en financiële voorrechten, en beschouwden meestal hun eigen constituties en wetten boven de bepalingen van de confederale constitutie. De staten bleven hun eigen munt gebruiken en legden op producten uit andere staten zelfs taxe op. Dit had tenslotte tot resultaat dat de staten in 1786 vaststelden dat de confederale constitutie onbruikbaar was en het jaar erop, in 1787 een nieuwe vergadering samenriepen in Philadelphia om er de confederale constitutie bij te werken. Na 15 dagen vruchteloze onderhandelingen besloten de deelnemers deze in de vuilbak te gooien en de onderhandelingen te hervatten vanaf nul. Het resultaat was de federale constitutie van de Verenigde Staten van Amerika, vandaag nog steeds van kracht, met een sterke federale regering. Van de 13 deelnemende staten weigert Maine evenwel tot de nieuwe Unie toe te treden. Dertien jaar later echter bedenkt Maine zich en wordt eveneens een van de staten van de USA.
Hoe kunnen we die overstap van een confederatie naar een federatie verklaren? Voor een groot deel omdat de founding fathers tenslotte begrepen hebben dat een dergelijke confederatie geen leefbare politiek-economische structuur was.


De Raad van Bestuur 

donderdag 16 juni 2016

EFVM - De Europese Groep Ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën


Europees Forum van Vrijmetselaars

Snelle Info
juni 2016


De Europese Groep Ethiek van de exacte wetenschappen
en de nieuwe technologieën


Beste leden,
De Europese Commissie heeft nu een oproep gedaan tot indienen van kandidaturen om lid te worden van de Europese Groep Ethiek (EGE) voor de periode 2017 - 2021.
De uiterste datum van inzending hiervoor is 26 juni 2016.
We herinneren eraan dat de Europese Vereniging van het Vrije Denken (EVVD) in 2012 bij de Europese ombudsman een klacht ingediend heeft tegen Barroso, de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie, om een partijdige samenstelling van de EGE-leden te hebben bevorderd door de keuze van de selectiecriteria, en om nagelaten te hebben alle mogelijk geïnteresseerde groepen te verwittigen van de oproep tot indienen van kandidaturen, met als gevolg een oververtegenwoordiging van christelijke leden binnen de EGE.
Met genoegen kunnen we melden dat het criterium theologie niet langer opgenomen is als selectiecriterium in de nieuwe oproep tot indienen van kandidaturen, en dat een hoge ambtenaar van de Europese Commissie de EVVD hierover rechtstreeks heeft gecontacteerd.

Tijdens de laatste twee jaar heeft de EVVD een aantal vrijzinnige specialisten gecontacteerd, w.o. een aantal BB. en ZZ., om hen aan te zetten een kandidatuur te willen overwegen als de Europese Commissie beslist de samenstelling van de EGE te hernieuwen.
We hebben hen nu ingelicht over die oproep tot kandidaturen. De EVVD zal jullie hierover verder op de hoogte houden.


De Raad van Bestuur  

EFVM - De oprichting van een Europa van defensie en veiligheid is nu meer dan ooit nodig



Europees Forum van Vrijmetselaars

Infoletter 67

De oprichting van een Europa van defensie en veiligheid
is nu meer dan ooit nodig

Beste leden,
Voor de tweede keer sturen we jullie een infoletter opgesteld door een van onze leden. De Raad van Bestuur van het EFVM is van oordeel dat deze bedenkingen de moeite lonen om gedeeld te worden. Ze verbinden enkel de auteur.
Mocht je met de auteur van deze infoletter contact willen nemen, of ons jouw reactie op zijn standpunt willen bezorgen, dan kan dat
via info@fefm.eu
De Raad van Bestuur van het EFVM

Inleiding
De recente aanslagen en de vluchtelingen- en migrantenstroom tonen aan dat de Europese regeerders, sinds het einde van de koude oorlog, te weinig aandacht geschonken hebben aan de eerste plicht van de staat: de bescherming van zijn burgers, zijn instellingen, zijn ondernemingen, zijn communicatiewegen en zijn land-, zee- en luchtruimgrenzen, en cyberspace.
Deze infoletter verklaart waarom een Europese verdediging vereist is om onze veiligheid te versterken en waarom een politiek Europa daar een voorwaarde toe is; verder wordt verklaard hoe de politieke Unie opnieuw in gang kan gebracht worden; en tenslotte wordt aangetoond dat onze waarden de enige zijn die Europa moreel kunnen versterken.
Ik denk in de eerste plaats aan de slachtoffers en verwanten van de aanslagen, aan de leden van de hulp- en veiligheidsdiensten, aan de burgers die hen geholpen hebben. Door te helpen herhaling van gelijkaardige drama's te beletten, brengen we hen hulde. Daarom is het nodig Europa de nodige middelen te geven om onze bescherming te verzekeren, om volksverhuizingen te kunnen controleren, want de regeringen van de lidstaten, zelfs van Frankrijk, Het Verenigd Koninkrijk of Duitsland, zijn er niet toe in staat. Meerdere landsgrenzen werden gesloten, daar waar de Schengenzone één van de motoren is van de toename van ons welzijn. Vandaar een gevoel van onzekerheid die de economie en de tewerkstelling belast, en waarbij de wil om te verbruiken en te investeren verloren gaat en sparen aangemoedigd wordt. Erger nog, de huidige tekortkomingen stellen ons bloot aan nieuwe initiatieven van de terroristen.
Alle Europese landen, zelfs de drie reeds geciteerde, missen de nodige militaire en beveiligingsmogelijkheden bij gebrek aan mankracht en vereiste budgetten. De kleine lidstaten kunnen niet voor de nodige uitrusting zorgen om de terroristen te doen mislukken en de Europa omgevende landen te stabiliseren, enige manier om een einde te stellen aan de stroom van vluchtelingen, aan de migratiedrang van hen die uit de boot vallen van de mondialisering.
Sinds het einde van de koude oorlog zijn defensie en veiligheid niet langer een prioriteit voor onze regeringen, voor de media, voor de publieke opinie. Het is één zaak de voordelen van de internationale ontspanning op een redelijke manier te verdelen, het is een andere zaak de nationale veiligheidswerktuigen te ontmantelen ter wille van de budgettaire saneringen, zonder enige visie op de toekomst, zonder overleg met de geallieerden. Het zou nodig geweest zijn synergieën en schaalvergrotingen te zoeken, door hierin op Europees niveau te federaliseren met respect voor het subsidiariteitsprincipe[1]. Om een antwoord te geven aan de tekortkomingen van de Europese regeringen, de EU en de NAVO, moeten nieuwe oplossingen gevonden worden tegenover het terrorisme, de slecht gecontroleerde migratiebewegingen, de destabilisatie van Noord-Afrika en de Sahel, de agressiviteit van Poetin en Erdogan. Alleen zo zullen de burgers in Europa, de openbare en private instellingen, de ondernemingen, de communicatiewegen en de cyberspace beveiligd kunnen worden, de landsgrenzen, de kusten en de vlieghavens gecontroleerd kunnen worden.
Waarom is een Europese defensie noodzakelijk?
Ze is dit om twee redenen: de verplichtingen van de internationale politiek, en de wil de efficiëntie van de Europese uitgaven voor defensie te verbeteren.
In 2013 telde de EU 503 miljoen inwoners, 7% van de wereldbevolking. Ze genereerde 13.000 miljard euro BBP, wat overeenstemt met 18% van het globaal BBP van de wereld; ze realiseerde 20% van de internationale handel. Haar economische en commerciële macht verleent de EU verantwoordelijken die binnen de G20 vooral gedragen worden door Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië, en dit zonder rekening te houden met de 24 andere lidstaten, nochtans vertegenwoordigd door de voorzitter van Europese Commissie. Om de gelijkheid binnen de Unie te eerbiedigen, kan Europa geen soft power blijven die rekent op de goede wil van haar internationale partners. Zij stellen zich op in functie van de krachtsverhoudingen, de mogelijkheden van afschrikking, van dwang uit te oefenen en van defensie. Zonder gemeenschappelijke defensie kan Europa binnen de NAVO niet als gelijke met de USA onderhandelen. Het kan moeilijk invloed uitoefenen op de door Amerika, Rusland, China, Turkije, … gevoerde politiek. Het kwetsende akkoord van 18 maart 2016 tussen de EU en Turkije is daar een gevolg van. Het beroep op de NAVO, in werkelijkheid op de USA, is voor 22 van de 28 lidstaten van de EU slechts een lapmiddel, maar er zijn situaties, of streken, waar de NAVO niet kan of wil tussenkomen, o.m. wegens de bezetting door Turkije van een deel van Cyprus. De NAVO is slechts een politiek-militaire structuur met een bevelketen, quasi zonder manschappen.
Wat de Amerikaanse soldaten betreft die in Europa gestationeerd zijn, zij waren met 300.000 op het einde van de koude oorlog, en met 67.000 in 2013, w.o. slechts 10.000 in operationele grondeenheden, de andere dienstdoend in een of andere staf, een lucht- of marinebasis, in depots, ziekenhuizen.
Alhoewel de Europese uitgaven voor defensie na de val van de muur van Berlijn met 66% verminderd werden, blijven ze enorm: 200 miljard euro per jaar. Ze worden evenwel grotendeels verspild: ze staan in voor slechts 6% van de militaire capaciteit van de Amerikaanse defensie met een budget van 600 miljard. Bij een gelijke efficiëntie zouden we 5,5 keer meer mogelijkheden moeten hebben. De 28 lidstaten van de Europese Unie hebben nog één en een half miljoen militairen, waarvan slechts 80.000 soldaten, ongeveer 5% van het totale effectief, meestal Fransen en legioensoldaten, kunnen ingezet worden voor openlucht operaties. Vele wapensystemen (tanks en gevechtsvliegtuigen en schepen) zijn niet operationeel bij gebrek aan correct onderhoud. Onze inlichtingsdiensten hebben moeilijkheden om onder elkaar te communiceren, zelfs wat het antiterrorisme betreft. De vaste onkosten (personeel, infrastructuur) absorberen het belangrijkste deel van het budget voor defensie, en wat rest voor het laten functioneren (vorming, training, onderhoud van de uitrusting), voor de hernieuwing van de uitrusting, voor de inlichtingen en de verdediging van digitale netwerken, is zeer onvoldoende. De onaangepaste oplossingen die aangewend worden door onze regeringen, nationale en Europese, de vreselijke aftakeling van onze veiligheid, ze zijn overduidelijk.
Zoals de Eurobarometers[2] aangetoond hebben, zouden de Europese burgers/kiezers/ belastingbetalers meer  efficiëntie wensen vanwege hun regeerders, meer gemeenschappelijke defensie, maar het establishment verzet er zich tegen. De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, die nochtans in zijn legislatuurverklaring voor het Europees Parlement aangekondigd had "we ervoor moeten zorgen dat Europa ook op het gebied van veiligheid en defensie sterker komt te staan", kan zijn engagement niet waar maken.
Waarom is een heropleving van een politiek Europa de voorwaarde voor een Europese defensie?
Een politieke Unie is de conditio sine qua non van een Europese defensie, zoals de mislukking van het Europese Defensiegemeenschap (EDG)[3] in 1954 aangetoond heeft. De "Europese defensie is de defensie van Europa door de Europeanen, voor de Europeanen. De Europese defensie is de mogelijkheid die we zouden hebben om - collectief - de bescherming te verzekeren van onze soevereiniteit, van onze grenzen, van onze bevolkingen en van onze belangen - in de veronderstelling dat ze gemeenschappelijk zijn. De defensie van Europa is de mogelijkheid tussen te komen - samen - om een internationale crisis de baas te kunnen."[4]
Toegegeven, sinds begin 2015 is de samenwerking in Europa verbeterd, maar ze blijft beperkt door een realiteit: in Europa functioneren de politiediensten, de inlichtingsdiensten, veiligheid en defensie, binnen door de nationale wetgevingen vastgelegde kaders, controleorganen en procedures. Zonder politieke Unie is een werkelijke integratie in deze materies onmogelijk. Het is daarom dat we méér Europa nodig hebben, niet minder Europa.
De weg naar de politieke Unie
De lidstaten van de Unie die het minst uit zijn op hun soevereiniteit, waaronder de BENELUX en de Baltische staten, zouden de promotoren moeten zijn van de politieke Unie door de Verenigde Staten van Europa op te richten. De onenigheden tussen de Atlantisch georiënteerde, de neutrale en de Europa gerichte lidstaten zijn belangrijk en oud; zij betreffen de graad van Europese integratie; het respectieve deel van de USA, de NAVO, de EU en de lidstaten in de defensie van Europa; het concept van de EU als macht. Al deze uiteenlopende standpunten hebben de ontwikkeling van een Europese defensie afgeremd, en sinds 2005 geblokkeerd.
In maart 2012 had ik de gelegenheid er Herman Van Rompuy, toenmalig voorzitter van de Europese Raad, op te wijzen dat de raad sinds 2005 niet meer over de defensie gediscuteerd had. Dit had tot resultaat dat de Raad een actieplan voorzag in december 2013 en een nieuwe afspraak in juni 2015. Maar in juni jongstleden, stelde de Raad het onderzoek naar defensie- en veiligheidsproblemen uit tot de 2de helft van 2016.
Wat een tijdverlies, dat wegens gebrek aan voldoende mogelijkheden op gebied van defensie en inlichtingen, Europa zonder middelen laat tegenover het terrorisme, en onvoldoende in staat een antwoord te bieden op de dreigingen die aan onze grenzen en in cyberspace merkbaar zijn. Men moet dus zonder dralen de politieke en militaire integratie van Europa hernemen, met een kern van lidstaten die bereid zijn hun soevereiniteit te beperken en de Verenigde Staten van Europa zouden vormen. Het zijn België, Luxemburg, Nederland, de Baltische staten, en verder Slovakije en Slovenië, en tenslotte Portugal en Griekenland. Een eerste kern zou de Verenigde Staten van Europa kunnen vormen, en nadien de "middelgrote machten", die menen meer soeverein te zijn dan de kleinere staten, opnemen.
De progressieve concretisering van een politiek Europa zou toelaten een Europese legermacht te vormen. Weliswaar is het moeilijk een Europese legermacht op te richten wanneer elke lidstaat een eigen politieke, militaire en strategische cultuur geërfd heeft, die reeds elf eeuwen lang, sinds het einde van Karel de Grote's keizerrijk, tijdens de opeenvolgende intra-Europese oorlogen gesmeed werd. De legermacht van de Verenigde Staten van Europa zullen de broederlijkheid van de wapens moeten cultiveren, die hen in staat zal stellen er de rekruten te integreren van waar ze ook komen, zonder hun wortels te verloochenen.
De veeltalige, multiculturele, multi-etnische, multireligieuze Verenigde Staten van Europa zouden hun morele kracht en een militaire doctrine en een eigen leidingstijl halen uit de waarden van Europa, opgenomen in artikel 1bis van het verdrag van Lissbon[5].
Waarom zijn onze waarden de enige die Europa moreel kunnen versterken?
De geciteerde Europese waarden kunnen samengevat worden in één woord: het humanisme, dat berust op verdraagzaamheid en de ethiek. Deze progressistische en universele waarden kunnen Europa hernieuwen, moreel versterken, want ze opwaarderen de geest van openheid en vrije ontdekking. Het pluralisme houdt de scheiding van kerk en staat in als filosofische overtuiging. Iedere Europeaan heeft recht op autonomie, waardigheid en respect vanwege de anderen; hij heeft ook plichten. Wat de Europese democratie betreft, ze is tezelfdertijd representatief en participatief.
Wat de participatie betreft, het gaat noch om de gebruikersbelangen noch om de religieuze of filosofische integrismen die tussen elkaar leden van onze samenleving kunnen verbinden, maar wel degelijk om secularisme, met een scheiding van gemeenschappen en staat, en waarbij de godsdienst tot de privésfeer behoort. Ze houdt in dat de burgers werken aan de vooruitgang, de welwillendheid betrachten en zelfs de onderlinge broederlijkheid, met verwerpen van geweld en bestrijden van barbaarsheid.
Het past rekening te houden met het door Max Weber vastgestelde fenomeen van ontgoocheling in de westerse wereld, dat twee gevolgen met zich meebrengt. Enerzijds zijn de godsdiensten niet langer overwegend in de publieke opinie. Anderzijds structureren de traditionele godsdiensten niet langer de maatschappij.[6]
Het is dus verkieselijk dat de militairen, zoals de andere burgers, metafysische vragen die ze zich legitiem stellen, binnen de privésfeer houden. Zoals Jean-Claude Juncker kan elk van ons in zichzelf zeggen: « J'ai beaucoup d'amis musulmans, athées, chrétiens et jamais lorsque nous discutons des choses essentielles de la vie, je ne relève aucune différence entre les uns et les autres »[7]
"Ik heb vele vrienden, moslims, atheïsten, christenen, en nooit als we over de essentiële zaken van het leven discuteren, stel ik geen enkel verschil vast tussen de enen en de anderen."
Het past dus communitarisme, dat de verschillende metafysische concepten naast elkaar plaatst, te vervangen door neutraliteit.
Van het colloquium Europa, land van humanisme[8] heb ik onthouden dat het 'Grieks mirakel' een "vrijzinnige spiritualiteit" heeft voortgebracht die noch naar de metafysica, noch naar een religieus geloof teruggrijpt, maar een zoeken en een definiëren van het goede leven, van het geslaagd leven, van de wijsheid. De wijze wordt sindsdien gedefinieerd als diegene die het goede leven bereikt, die zichzelf kan zijn, die de eindigheid van het leven aanvaardt, het verouderen en de dood. Hij kent zichzelf, neemt morele regels aan, een ethiek, ontwikkelt een wereldbeeld en geeft een zin aan zijn leven.[9] Hij zoekt de waarheid. Hij slaagt erin de tegenstrijdigheden tussen de meningen over een gegeven onderwerp aan het licht te brengen en te overstijgen. Hij is in staat de angsten het hoofd te bieden, zowel psychische als sociale, en het huidige te beleven alsof het een de eeuwigheid is, zonder heimwee naar het verleden en zonder verwachtingen: hij doet het goede om het goede, en niet omwille van een hypothetische beloning.
Zo een wijsheid is geenszins tegenstrijdig met de verschillende metafysische overtuigingen, inbegrepen het materialisme,[10] het agnosticisme en het atheïsme, maar wel complementair[11]. Ze komt in de wereld van de filosofie overeen met de beoefening van de wetenschap.[12] Ze richt zich tot en eerbiedigt alle mensen, van alle overtuigingen, waarbij ieder individu in staat geacht wordt een eigen overtuiging te hebben over het goede.[13]

Conclusie
Opdat er een Europees leger zou zijn, d.w.z. een leger van Europa, moet er eerst Europa zijn, als politieke, economische, financiële, administratieve en vooral als morele entiteit.
Elke generatie moet strijd leveren tegen het obscurantisme, de haat en de discriminaties, want als de kennis opgedaan wordt door het onderwijs, wordt de ervaring enkel overgezet door een proces van initiatie. De herinnering aan de Weerstand draagt vandaag bij tot het samen-leven, daarbij onze verschillen tonend, maar zonder ons tegenover elkaar op te zetten, ons daarbij verrijkend.
De regeringen zijn sinds 1950 niet in staat gebleken de Verenigde Staten van Europa op te richten. Een publieke opiniebeweging is daarom nodig om hen ertoe te dwingen, want Europa moet de gemeenschappelijke toekomst opnemen die de lidstaten van de EU gekozen hebben, om de Europese waarden te bevorderen, onze belangen te verdedigen en de toekomst van de Europeanen te garanderen, en dus er de nodige middelen, o.m. militaire, voor toe te kennen.
In het licht van het falen van de politici, moeten de burgers, de ondernemingen, de groeperingen en verenigingen weerstand bieden, gisteren tegen de totalitarismes, vandaag tegen bewegingen zoals Isis, tegen integrismen, autocraten en criminelen die onze manier van leven in gevaar brengen. Het is daarom dat we een politieke eenheid van Europa en van de Europese defensie moeten bevorderen, waarbij de eerste een noodzakelijke voorwaarde is voor het tweede.
Hun defensiemogelijkheden zouden de Verenigde Staten van Europa dan meer en meer een plaats geven in de internationale relaties in overeenstemming met hun economische macht en met onze beschaving. Zo niet zullen de communautaire verworvenheden afbrokkelen: bij elke economische crisis zullen de publieke opinies zich meer en meer op zichzelf terugtrekken, terwijl het protectionisme de economische problemen enkel doet toenemen, het nationalisme doet aanwakkeren en de oorlogen in Europa weer op gang doet brengen.

******************************************************************




 [1] Theoretisch gefundeerd door Althusius (1557-1638) en later verfijnd door Montesquieu en Proudhon, bevestigt dit principe dat elk politiek probleem geregeld moet worden op het niveau waar het probleem zich voordoet.
 [2] De Eurobarometer opiniepeilingen worden sinds 1973 tweemaal per jaar georganiseerd door de Europese Commissie: zie http://ec.europa.eu/COMMFrontOffice/PublicOpinion/index.cfm/General/index.
 [3] De EDG richtte een Europees leger op onder Amerikaans commando maar stelde de politieke Unie uit.
 [4] Verslag van 2013 van de Franse senatoren Jacques Gautier (UMP) en Daniel Reiner (PS)
«Pour en finir avec l'Europe de la défense - vers une (authentique) défense européenne » de
2013.
'Om een einde te stellen aan een Europa van de defensie - naar een waarachtige Europese defensie' van 2013.
 [5] « L'Union est fondée sur les valeurs de respect de la dignité humaine, de liberté, de démocratie, d'égalité, de l'État de droit, ainsi que de respect des droits de l'homme, y compris des droits des personnes appartenant à des minorités. Ces valeurs sont communes aux États membres dans une société caractérisée par le pluralisme, la non-discrimination, la tolérance, la justice, la solidarité et l'égalité entre les femmes et les hommes ».
"De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden, die in artikel I-2 zijn opgesomd, hebben de lidstaten gemeen. Bovendien worden de samenlevingen van de lidstaten gekenmerkt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van mannen en vrouwen.
 [6] Onderhoud met de krant Le Soir van 24/4, p. 9.
 [7] Colloquium georganiseerd in 1997 door het Centre d'Action laïque ter gelegenheid van zijn twintig jaar oud. Zie Paul Danblon, Lambros Couloubaritsis (dir.)  Humanisme ou barbarie, actes du colloque Europe, Terre d'humanisme, Bruxelles, Éditions Espace de libertés, 1997.
 [8] Deze betekenis kan een religieuze oorsprong hebben, en deze veronderstelling belet helemaal geen metafysische reflectie, bv. over wat er kan zijn vóór en na het menselijk leven.
 [9] Niets belet de aanhangers van een materialistische filosofie spirituele onrust te hebben en hoge morele eisen te stellen.
 [10] De hoofdwaarden van het humanisme zijn ontstaan uit de confrontatie van de Grieks-Romeinse traditie met het judaïsme, zonder de inbreng van de islam en van het boeddhisme te negeren: de vrijheid van uitdrukking, van denken en van geweten, de hoogste graden van de vrijheden van de mens; de immanentie die ervan uitgaat dat de geschiedenis de natuurlijke loop van de gebeurtenissen volgt, zonder uitwendige tussenkomst; de moraal van de vooruitgang, het zoeken naar het minste kwaad in plaats van naar het absolute goed; de rechten van de mens, de gelijkheid en de eerbied voor de waardigheid van de menselijke persoon; de verdraagzaamheid; de sociale bescherming; de creativiteit en de verantwoordelijkheid, die samen met de vrijheid, de voorwaarden vormen van democratie. Aan dit stelsel van waarden wordt een geheel van methoden gekoppeld: het vrij onderzoek, toegepast op alle domeinen van menselijke activiteiten; de wetenschappelijke of experimentele methode; de democratie als beheersvorm van de maatschappij; de technologie als toepassing van de wetenschap. Bij de fundering van de democratie vindt men principes zoals de gelijkheid van het recht, van waardigheid en van behandeling van alle burgers, de uitsluiting van elke vorm van racisme en xenofobie, de weigering van elke discriminatie op basis van sociale afkomst, of van behoren tot de ene of andere etnische of religieuze gemeenschap, en vanzelfsprekend de vrijheid, die tevens begrepen wordt als verantwoordelijkheid, vrij genot van alle rechten, bescherming tegen elke vorm van willekeur en uitbuiting, deelname aan het politieke leven. Zie Jean Marsia 'La spécificité de la fonction militaire', in André Flahaut, Luk Sanders, Hervé Broquet (ed.) Citoyenneté. Pour devenir citoyen du monde Brussel, Koninklijke Militaire School, syllabus LM 199/999-21, 2003, p. 3.
 [11] Volgens Renan, geciteerd door Paul Robert, 'Abstraction' in Dictionnaire, op. cit., p. 8,
« Le principe essentiel de la science, c’est de faire abstraction du surnaturel ». "Het essentieel principe van de wetenschap is abstractie te maken van het bovennatuurlijke." Hélie de Saint-Marc zei: « Sous l’uniforme, je ne te demande ni ton nom ni ta religion... mais seulement quel est ton courage. » "Onder het uniform vraag ik je noch je naam, noch jouw geloof…, maar alleen welk is jouw moed." Hélie de Saint-Marc, Les sentinelles du soir, Paris, Les Arènes, 1999, cité par Henri Bentégeat, 'Aimer l'armée, une passion à partager', Paris, Du Mesnil, 2012, 161 p., p. 140.
 [12] Naar analogie met de politieke conceptie van rechtvaardigheid ontwikkeld door Rawls: individuen met conflictuele maar redelijke en door compromis verzoenbare meningen, bereiken een akkoord om de basisstructuren van de maatschappij te regelen. Zie John Rawls, Libéralisme politique, trad. Catherine Audard, Paris, PUF, 1995.
[13] Charles de Gaulle, Persconferentie in het Hôtel Continental, 25/2/1953. 

EFVM "Wie heeft de Verlichting uitgedaan? Een reis in Obscurantisme"


EUROPEES FORUM VAN VRIJMETSELAARS
info@aepl.eu
Infoletter 62
december 2015
" Wie heeft de Verlichting uitgedaan? Een reis in Obscurantisme"
Of: "Hoe kunnen het openbaar onderwijs en de maçonnieke methode bijdragen tot de strijd tegen de radicalisering en het religieus obscurantisme?"
Beste leden,
Voor de eerste keer sturen we jullie een door een van onze leden geschreven infoletter, waarin een pedagogische strategie beschreven wordt die er toe strekt de leerlingen, meestal moslims, van evangelische of katholieke strekking, of van de pinksterbeweging, de reflex bij te brengen elke mening of dogma aan een kritische analyse te onderwerpen. Deze strategie wordt tevens gevoed door haar maçonnieke ervaring. Alhoewel ze in Brussel les geeft, is de Raad van Bestuur van het EFVM van oordeel dat haar werkwijze tezelfdertijd pedagogisch en maçonniek is en ongeveer overal kan toegepast worden en dan ook de moeite waard is om met jullie allen te delen, waar ook jullie zich bevinden.
Deze infoletter is behoorlijk langer dan gewoonlijk. Toch willen we jullie ten zeerste aanraden hem volledig te lezen.
Mochten jullie de auteur willen contacteren, of ons jullie reacties bezorgen, dan kan dat via info@aepl.eu .
De Raad van Bestuur van het EFVM
2
"One does not become enlightened by imagining figures of light, but by making the darkness conscious.”
"Erleuchtung ist nicht durch Imaginieren von Lichtwesen zu erreichen, sondern indem man sich die Dunkelheit bewusst [zu eigen] macht." C.G. Jung
Inleiding
Sinds het bloedbad van Charlie Hebdo, en meer recent de aanslagen van 13 november in Parijs, keren de media hun aandacht naar de scholen, de leerlingen, de proffen. De hele wereld lijkt het erover eens te zijn dat het onderwijs een kapitale rol te spelen heeft tegenover de groeiende radicalisering en het religieus fundamentalisme.
Vele leerkrachten hebben zich hierbij machteloos gevoeld en wisten niet goed hoe dit onderwerp in de klas aan te pakken. Moest alles kunnen gezegd worden tijdens het debat? Is dat dan de vrije meningsuiting? Een lerares vertelde me dat ze niet wist wat te antwoorden aan de studenten die de vrijheid van meningsuiting in de klas opeisten en stelden dat "We mogen alles zeggen en alles bekritiseren, zoals de journalisten van Charlie Hebdo...".
Het lijkt me dan ook essentieel nu dringend samen te werken om de leerkrachten de werktuigen aan te reiken om de leerlingen te doen nadenken over de democratische waarden van onze samenleving en ze hen over te brengen. Het is belangrijk die democratische waarden te herbevestigen en nieuw leven in te blazen, zoals Todorov het uitdrukte in zijn boek "L'esprit des Lumières" (De geest van de Verlichting), zodat de jongeren de weg opgaan van geëngageerd burgerschap.
Een reis in Obscurantisme
Als leerkracht Franse taal sinds een vijftiental jaar in een school in hartje Brussel, stel ik in mijn klas een steeds meer opdringerigere inmenging vast van de religie. In die school, met leerlingen van meer dan veertig verschillende achtergronden, zij het moslim, evangelisch, katholiek of van de pinksterbeweging, allen bevestigen ze hun gehechtheid aan hun geloof. Bij velen heerst er verwarring tussen wetenschap en geloof. Soms neemt hun geloof de bovenhand op kennis in hun benadering van de wereld. Op een dag vraagt een leerling me: "Mevrouw, geloof jij in Darwin?" En een andere bevestigt me: "De mens van Neanderthal, daar geloven we niet in".
Die vaststelling is trouwens veralgemeend: de leerlingen hebben de neiging tot simplificatie, tot onkritisch denken. Het conformistisch, vaak dualistisch denken, lijkt hun credo te zijn. Vrouwen, homoseksualiteit, de doodstraf, godslastering... zijn onderwerpen waarover niet kan gesproken worden en waarop één uniek onomstreden antwoord gegeven wordt, vaak een dogmatische, religieuze waarheid.
De recente gebeurtenissen bevestigen deze voor de leerkrachten problematische inmenging van de godsdiensten. De media hebben overvloedig de berichten overgenomen van leerlingen die weigerden een minuut stilte te bewaren voor de slachtoffers van Charlie
3
Hebdo omdat men "de profeet beledigd" had, of omdat ze niet menen dat de vrije meningsuiting godslastering toelaatbaar maakt.
Overlaatst vertelde een leerkracht me dat een leerling van 13 jaar oud "Allah akbar" geroepen had tijdens de minuut stilte in de klas na de aanslagen van 13 november...
Die confrontatie van talrijke leerkrachten met wat het obscurantisme kan genoemd worden is thans heel erg interpellerend. Mogelijk hebben we te weinig aandacht gegeven aan de verraderlijke tekenen van dat in onze klassen voortschrijdend obscurantisme dat gekenmerkt wordt door een groeiende verwarring tussen geloven en weten, door het verwerpen van het pluralisme van de waarden, door het overwicht van de religieuze wetten op de menselijke moraal en de zekerheid DE enige absolute waarheid te kennen.
We moeten ons dus afvragen welke rol we als burgers en maçons kunnen spelen in een samenleving waar een heropleving van integrisme, radicalisme en religieus obscurantisme vastgesteld wordt.
In het sluitingsrituaal van mijn loge sluit de AM de werkzaamheden met de woorden: "Laten we bevestigen het geheim van onze arbeid van deze middag te bewaren, laat het licht dat die arbeid verlichtte binnen in ons blijven schijnen opdat we de in de tempel begonnen arbeid ook daarbuiten zouden voortzetten."
De vraag die ik me dan ook gesteld heb en die wellicht essentieel zal blijven gedurende mijn ganse maçonnieke leven is: waarin kan ik in mijn profane leven het in de tempel gekregen licht verder laten schijnen? Waarin kan mijn maçonnieke pad mijn taak van leerkracht beïnvloeden, voeden, dragen?
In zijn 'Mémoires sur l'instruction publique' ontwikkelt Condorcet het revolutionair ideaal van de Verlichting op het vlak van het onderwijs. Het volk toelaten zich te bevrijden van de slavernij van de onwetendheid waarin het door een monarchale en religieuze macht gehouden werd, door het toegang te geven tot onderwijs en kennis, een onderricht dat zoals Condorcet het beschrijft "de rede populair maakt".
Is het vandaag evenwel niet naïef te denken dat het zou volstaan "het onontwikkeld volk kennis bij te brengen" om het obscurantisme te bekampen?
Eerder dan op dualistische wijze duisternis en verlichting tegenover elkaar te plaatsen, onwetendheid en kennis, lijkt het me verstandiger de spanningen tussen communautarisme en pluralisme op te vangen en na te denken over de mogelijkheid voor de jongeren van vandaag toegang te hebben tot een ideologische en intellectuele veelstemmigheid.
Terugkeer naar de waarden van de Verlichting
In zijn boek 'L'esprit des Lumières' spreekt Todorov over zijn project om de grondwaarden van de Verlichting nieuw leven in te blazen en ze aan te passen aan de wereld van vandaag. Het is voor hem noodzakelijk "het tijdperk te verlichten door het kritisch onderzoek". Het is met de Verlichting dat ik mijn cursus voor de laatstejaars begonnen ben, waarbij de leerlingen in groepjes werken over 'L'esprit des Lumières' van Todorov et samen nadenken over de waarden die behoren tot de Verlichting.
4
De kritische geest, zelf nadenken, is het eerste kenmerk van het Verlichtingsdenken dat opvalt, voorrang geven aan wat men zelf kiest op wat ons door een andere autoriteit opgelegd wordt. Maar deze handelwijze vereist emancipatie en autonomie, evenals de bevrijding van ieder dogma, bij het kritisch onderzoeken van de wereld.
Inderdaad, volgens de Verlichting mag geen enkele autoriteit van kritiek gevrijwaard worden. Dit houdt de vrijheid van meningsuiting in waarover nu zoveel discussie gevoerd wordt. Deze kritiek zal de scheiding van kerk en staat mogelijk maken, zonder evenwel de religie op zich te verwerpen (ik bedoel hier de religie als spiritualiteit). Het merendeel van de filosofen van de Verlichting zijn trouwens deïst en voorstander van een natuurlijke religie. Denken we maar aan Voltaire en zijn Grote Horlogemaker die misschien niet eens zo erg verschilt van onze Grote Architect...
De notie van 'laïciteit'
nota: het woord 'laïciteit' bestaat niet in het Nederlands (komt niet voor in Van Dale), en wordt hier gebruikt in de betekenis van politieke laïciteit zoals in Frankrijk.
Het is de bedoeling religieus geloof terug te brengen naar de privésfeer en zo de religieuze verdraagzaamheid en tezelfdertijd de vrijheid van geweten mogelijk te maken. Mijn leerlingen verwarren vaak laïciteit en atheïsme. Daarbij komt dat voor leerlingen van moslimorigine de notie laïciteit vaak niet vanzelf spreekt. Laïciteit vereenzelvigen ze met atheïsten, met ongelovigen, niet met de door de filosofen van de Verlichting zo gewaardeerde vrijheid van godsdienst.
In juli 2015 publiceerde het blad Marianne een open brief met de stem van de Fransen behorend tot de moslimcultuur die de politieke islam verwerpen en eisen beschouwd te worden als democraten die de politieke laïciteit en de principes van de republiek koesteren, voor wie religieus geloof "un choix spirituel, personnel et intime" is (een persoonlijke en intieme spirituele keuze).
Uitgaan van deze intellectuelen die erin slagen hun geloof met de scheiding van kerk en staat te verzoenen, grondslag van elke democratie, kan de leerlingen helpen anders na te denken over de waarden van de Verlichting en deze zelf over te nemen.
Met de leerlingen kan van gedachten gewisseld worden over meerdere voorbeelden uit de actualiteit. Zo bijvoorbeeld Sharia4Belgium et zijn woordvoerder Fouad Belkacem, in België veroordeeld, die het recht verdedigt voor de vrouwen om de burka te dragen uit hoofde van het recht op vrije meningsuiting...
Marine Le Pen, die de discussie rond laïciteit aanwendt om de moslims te stigmatiseren. De laïciteit die beschouwd wordt als een van de grondprincipes van de [Franse] republiek wordt nu misbruikt door extreem rechts.
De lichten van de vrijmetselarij als werktuigen voor de verandering
Het behandelen van de waarden van de Verlichting in de klas lijkt essentieel om de leerlingen te doen nadenken over de waarden van onze democratische samenleving. Maar hoe dit aanpakken om hen daarbij vrij en kritisch te laten denken? Om in staat te zijn de
5
wereld kritisch te benaderen is het nodig zich aandachtig over de geschreven overlevering te buigen, de verlichte auteurs te lezen, ze te begrijpen in hun historische en sociale context en hun standpunten te vergelijken.
Het is in de loge dat ik de werktuigen gevonden heb die me een leidraad zouden aanreiken voor deze taak: de drie grote lichten van de vrijmetselarij: het boek, de winkelhaak en de passer. Het boek symboliseert voor mij de doxografie, de geschreven traditie, en de genealogie die ons verbindt met de maçons die ons zijn voorafgegaan.
De winkelhaak symboliseert de kritische geest, de logica, de kennisleer.
De passer is een symbool van openheid van geest, van te kunnen van standpunt veranderen, van meerdere paradigma's te kunnen in overweging nemen.
Het zijn die drie symbolen van de maçonnieke verlichting die me geholpen hebben een reflectiemethode te vinden voor in de klas om mijn leerlingen ertoe te brengen hun visies in vraag te stellen en afstand te nemen van hun vanzelfsprekendheden.
In een eerste tijd zet ik ze aan bewust te worden van de diversiteit van de standpunten door hen verschillende teksten van verlichte denkers te laten bestuderen en te laten vergelijken met hun geargumenteerde standpunten om hen zo bewust te maken van de complexiteit en de nuances, vooraleer ze hun beoordeling formuleren.
Daarna breng ik hen ertoe de concepten en waarden terug te plaatsen in hun historische context door er de genealogie van te maken, terug te plaatsen in een historisch perspectief.
Tenslotte doe ik hen nadenken over de verschillende types van benadering door hun kritische geest te oefenen met een intellectuele strengheid tegenover de bestudeerde teksten. In andere woorden, het komt erop aan andere standpunten te onderzoeken dan het hunne en een onderwerp vanuit verschillende denkmodellen of referentiekaders te benaderen.
Deze methode laat toe met mijn leerlingen kennis op te bouwen, hen bewust te maken van het feit dat kennis geen absolute waarheid inhoudt, dat ze in voortdurende evolutie is, terwijl zij de neiging hebben de hen onderwezen kennis als dogma te beschouwen.
Concreet vraag ik mijn leerlingen een persoonlijk project uit te werken over een niet opgeloste interdisciplinaire problematiek, waarmee ik bedoel een problematiek waarvoor er geen eenvoudig en uniek antwoord bestaat. Deze benadering maakt het nodig rekening te houden met meerdere paradigma's tezelfdertijd: wetenschappelijk, metafysisch en filosofisch, om hen zo te helpen onderscheid te maken tussen de verschillende soorten aangeraakte standpunten.
Bij de eindejaarsverhandeling stel ik hen onderwerpen voor met betrekking tot de tijdens het jaar onderzochte vragen: het is voor de meerderheid van de leerlingen de kans om hun parcours en reflectie over hun project te evalueren. Ziehier een fragment als voorbeeld:
"De religie kan niet bewezen worden en is slechts een illusie van de mens die weigert zijn waarden in vraag te stellen. Nochtans, om op objectieve manier een systeem te bewijzen, moet er kunnen aan getwijfeld worden. Zo zal een gelovige altijd in zijn denken beperkt worden door zijn religieuze overtuiging, zal hij de neiging hebben zich op een absolute waarheid te beroepen. Daarom is het geloof subjectief, in tegenstelling met de wetenschap die objectief is."
6
De klas is een sacrale ruimte
Het spreekt vanzelf dat de waarden bestuderen, zichzelf in vraag stellen, andere dan de eigen standpunten onder oog nemen, zeer verwarrend kan zijn voor de leerlingen.
Zeventien jaar is het jaar van de filosofie, zoals Socrates gezegd heeft. Op die leeftijd van grote ontvankelijkheid maar ook van grote kwetsbaarheid, zijn de veranderingen des te aangrijpend als ze de waarden betreffen. Vaak staat de op school onderwezen kennis immers haaks op wat de leerlingen intuïtief dachten of op de ideeën die in hun religieuze gemeenschap gedragen worden. Soms staan hun meningen diametraal tegenover de historische en wetenschappelijke kennis. Dit is bv. het geval als het gaat over de evolutietheorie, waarvan een meerderheid van mijn leerlingen denken dat ze ingaat tegen hun religieus geloof en zo voor hen problematisch is.
Daarom moeten de leerlingen die leren hun eigen mening te bepalen en hun vrijheid van geweten uit te oefenen tegenover hun gemeenschap begeleid worden ondersteund, zodat ze hun eigen wereldbeeld kunnen vormen, open en verdraagzaam. Om dit mogelijk te maken moeten in de klas alle veiligheidsvoorwaarden gecreëerd worden die een transformatie tot stand laten komen. Inderdaad, als men zich niet veilig voelt, is men verstijfd, grijpt men naar vooroordelen, naar de vertrouwde en onveranderlijke dogma's. Elke persoonlijke transformatie is dan onmogelijk. Leren is risico's nemen, uit zijn evenwicht geraken. Het is dus essentieel vertrouwen te hebben.
Daarom beschouw ik de klas als een sacrale ruimte, een plaats van aanleren en persoonlijke transformatie, waarbij het onderwijs moet instaan voor de veiligheid door een vriendelijk kader te creëren en rituelen, die de overgang toelaten van de chaos in de gang, vaak een no man's land, naar het vertrouwen en de orde van de klas. Dit is wat ik in mijn maçonniek parcours geleerd heb. Ik beschouw de loge als een plaats van persoonlijke transformatie, van alchemistische mutatie zoals sommigen zouden zeggen. Die transformatie is echter slechts mogelijk als de tempel gedekt is.
Van "wij" overstappen naar "ik" via de maieutische methode
In het laatste jaar, na 'Les identités meurtrières' van Amin Maalouf gelezen te hebben, worden mijn leerlingen ertoe gebracht na te denken over hun eigen identiteit en over de vele facetten die ze omvat. Deze zeer persoonlijke reflectie is soms conflictueus binnen de klas waar diversiteit en identiteitsproblemen aanwezig zijn. Ze kan zwaar zijn voor een aantal leerlingen die er zich van bewust worden niet helemaal te zijn wie ze dachten te zijn.
Een van mijn leerlingen ergerde zich tijdens de les dat een andere leerling beweerd had dat de mujahidin fanatici waren; zeer opgewonden zei ze zich als Arabische en moslim gekwetst te voelen door een dergelijke bewering. De sfeer in de klas was erg gespannen, er vormden zich meerdere clans, de toon steeg, en heel snel vlogen de beledigingen door de klas. Fysiek geweld was niet veraf. Na op miraculeuze wijze de geesten gekalmeerd te hebben, vroeg ik elk hun gevoelens uit te drukken en zich daarbij uitsluitend tot mij te richten, niet tot andere leerlingen, zoals bij de triangulatie in de loge.
En plots was geen sprake meer van "wij" maar van "ik". Iedereen luisterde zonder te onderbreken en de discussie was tenslotte mogelijk in openheid en tolerantie .
7
Dit kan alleen als de klas een ruimte is van vertrouwen waar men zich veilig voelt en er een zekere broederlijkheid heerst bovenop ieders verschillen.
We mogen ons ongerust maken over de toename van het communautarisme en het moeilijke samenleven in onze samenleving. De voornaamste inzet van de laïciteit is precies dit 'samen-leven'. Overal in Europa stellen we een achteruitgang van de politieke laïciteit vast. Onze B. en journalist Bernard Maris, op 7 januari 2015 overleden bij de aanslag op Charlie-Hebdo, verklaarde in een interview met Jean Cornil: " Les temps sont durs pour la laïcité non à cause du retour du religieux mais à cause de l’effondrement du social." (Het zijn moeilijke tijden voor de laïciteit, niet wegens de terugkeer van de religies, maar wegens de ineenstorting van het sociale.)
Elk jaar vraag ik mijn leerlingen een korte zin te vinden om bij de aanvang van elke les als een ritueel uit te spreken. Dit jaar hebben mijn leerlingen als zinnetje gekozen:
"Dans cette classe règne le respect, la loyauté et la fraternité." (In deze klas heerst respect, loyaliteit en broederlijkheid.) En het zijn geen holle woorden: ieder verbindt zich ertoe deze waarden te eerbiedigen en ze binnen de groep te doen eerbiedigen.
Die notie van broederlijkheid, van welwillendheid binnen de groep, is voor mij ook essentieel. In een samenleving waar solidariteit niet meer de zaak is van de staat, is het normaal dat solidariteit het voorrecht wordt van de gemeenschappen, wat stilaan leidt naar communautarisme en zelfinkeer. Het is dus primordiaal aan de jongeren van vandaag de werktuigen te geven om de wereld van morgen te herbronnen. Want aan de leerlingen de mogelijkheid bieden voor zichzelf te denken, toegang te hebben tot individuele reflectie en aan de communautarismen die hen bedreigen te ontsnappen, is één ding, maar dat betekent niet dat het individualisme in de plaats moet komen van communautarisme. Het komt er voor mijn leerlingen op aan een weg af te leggen naar het opnemen van hun individuele verantwoordelijkheid, niet individualistisch, zich los te maken van het onkritisch denken, en zo toegang te krijgen tot een meer universeel denken. Bijvoorbeeld, door de culturele, vaak religieuze moraal van hun gemeenschap te verlaten door zich persoonlijk op te stellen met betrekking tot hachelijke onderwerpen zoals de maagdelijkheid van de vrouw voor het huwelijk of de homoseksualiteit, en zo tot een reflectie over ethiek te kunnen komen.
In andere woorden, we gaan van het kleine communautaire "wij" naar het grote individuele "ik", daarbij de valstrik vermijdend van het kleine individualistische "ik", om tenslotte te komen bij het grote universele "wij", dierbaar aan de maçons.
Tot besluit
Ik zou terug willen komen op mijn maçonniek parcours en op de vraag die ik gesteld heb over de rol van de maçon buiten de tempel. Ik beschouw de maçonnieke methode als een weg zonder meester noch leerlingen. Ieder moet zijn eigen ritme vinden. Dit is ook wat ik bij mijn leerlingen wil overbrengen: ik breng hen geen kennis, maar ik breng alles aan om die kennis in hen te laten opborrelen.
De leerlingen ertoe brengen burgers te worden die in staat zijn zelfstandig na te denken, vrij van elk dogma, is voor mij essentieel. De leerlingen helpen om van het kleine communautaire "wij" te evolueren naar het grote individuele "ik" en hen de mogelijkheid tonen van een meer universele reflectie met respect voor hun cultuur en geloof, ziedaar wat