Europees
Forum van Vrijmetselaars
juni 2016
Infoletter 68
Referendum
van het Verenigd Koninkrijk:
overwinning van de voorstanders de Unie te verlaten
overwinning van de voorstanders de Unie te verlaten
"Fools,
whose only gift is in devising impossible slanders."
vrij naar William Shakespeare
Op
23 juni 2016 heeft een meerderheid van de Britse kiezers zich uitgesproken voor
het verlaten van de Europese Unie. De kiescampagne die eraan vooraf ging heeft
het land diepgaand verdeeld, haat was daarbij niet uit de lucht, wat geleid
heeft tot de moord op de Britse pro-Europese MP, Jo Cox. Een gelijkaardige haat
lag aan de oorsprong van de moord in 2003 op de Zweedse minister van
buitenlandse zaken, Anna Lindh, naar aanleiding van het referendum in haar land
over de eenheidsmunt.
Het
is blijkbaar de kwestie van de migratie die de balans heeft doen doorslaan,
nadat het pro-exit kamp de schrik aangewakkerd had voor de massale migratie
vanuit de Oost- en Zuid-Europese landen, met opwekken van bij de Britten niet
vermoede xenofobe en racistische gevoelens.
En
zeggen dat dit alles misschien slechts het gevolg is van een pokerspel van M.
Cameron voor een zuiver nationale electorale agenda. Nu blijkt dat hij niet
alleen Europa in gevaar brengt maar ook zijn eigen Brits Koninkrijk.
Aan
ons nu om te trachten te begrijpen waarom de Britten die keuze gemaakt hebben,
wat dit betekent voor de 27 overige lidstaten, en ons af te vragen hoe te
beletten dat andere Europese landen dezelfde weg opgaan.
Tussen
het Verenigd Koninkrijk (VK) en de Europese Unie is er nooit 'de grote liefde'
geweest. Een belangrijk deel van zijn bevolking is inderdaad al altijd tegen de
EU geweest, zowel vóór als na de aansluiting in 1973. Op te merken valt dat de
meerderheid van de Britse media niet gestopt is, dag na dag, een lasterlijke
campagne te voeren, o.a. met verscherpen van de eurofobe toon door Boris
Johnson, toen hij in de jaren 90 correspondent was van de 'Telegraph' in
Brussel. Een hersenspoeling van meer dan 43 jaar die ongetwijfeld sporen nagelaten
heeft bij de bevolking.
In
het VK is de belangrijkste steun voor de Unie gekomen van de grote
ondernemingen, in de eerste plaats van de financiële maatschappijen die een
goed deel van hun winsten gehaald hebben uit de Europese eenheidsmarkt. Het is
precies om te kunnen profiteren van de voordelen van deze markt dat een groot
aantal van deze ondernemingen ervoor gekozen hebben zich in het VK te vestigen,
alhoewel ze noch Brits noch Europees waren.
De
politieke verantwoordelijken en de Europese en Britse ambtenaren zullen nu voor
de gevolgen van de Britse exit moeten instaan. Die zullen vooral voor
Groot-Brittannië belangrijk zijn, niet noodzakelijk ook zo voor de rest van de
EU. Een beperkte groep ambtenaren en politieke verantwoordelijken van de Europese
Commissie en de Raad van Ministers kan perfect de besprekingen leiden, terwijl
de anderen zich kunnen toeleggen op de toekomst van de Unie.
Het
is evenwel niet uitgesloten dat in sommige lidstaten – we weten niet hoeveel –
de bevolking, onder druk van de populistische wind in Europa, zal aandringen op
het organiseren van een referendum over de toekomst van hun land binnen de
Unie. Dit is wat de verantwoordelijke leiders van de EU het meest vrezen. Op
dit ogenblik kan immers niet voorspeld worden welke omvang deze eis zou kunnen
nemen. Nochtans moeten wij, als leden van het EFVM / de EVVD die het Europees
project steunen, dit scenario niet lichtvaardig opnemen, gezien de omvang van
de verwerping van de EU waarvan we allen getuige zijn. Aan de andere kant zou
Schotland vrij snel een nieuw referendum kunnen organiseren met het oog op zijn
onafhankelijkheid, om deel te kunnen blijven uitmaken van Europa, met verbreken
van de eenheid van het Verenigd Koninkrijk. Een dergelijk referendum zou
trouwens de eisen van de separatisten die van zich laten horen in meerdere
lidstaten kunnen aanwakkeren.
Het
vertrek van Groot-Brittannië zou heel goed de elektroschok kunnen zijn die
nodig is om opnieuw het idee te lanceren van een "steeds hechter verbond
tussen de volkeren van Europa" die de Britten nu hebben verworpen. Als er
een waarachtige wil aanwezig is van de bevolking van sommige landen van de
Unie, hoe weinig talrijk ook, om verder te gaan op weg naar een grotere
integratie, zouden hun politieke verantwoordelijken kunnen beslissen dat het
ogenblik gekomen is om een nieuw project van de Unie voor te stellen en zich
tot hun gezamenlijk electoraat te wenden om het te overtuigen hen in hun opzet
te steunen. Kortom, dit is wat wij maçons, uit zorg voor harmonie binnen een
zelfde lotsgemeenschap, "verenigen wat verdeeld is" noemen. Het is
trouwens ook de reden waarom het EFVM / de EVVD opgericht is geworden. Daarom
moeten wij, de leden, nu al onze krachten bundelen voor een "Europa
anders".
In
conclusie is het interessant te noteren dat door het vertrek van
Groot-Brittannië, de nieuwe situatie herinnert aan de turbulenties die met de
oprichting van de Verenigde Staten van Amerika gepaard gegaan zijn. De leiders
van de verschillende Amerikaanse staten, die de revolutie tegen
Groot-Brittannië steunden, richtten in 1776 een Unie op, steunend op een
confederale constitutie, waarvan de uitvoering in vele opzichten kan vergeleken
worden met de huidige, vooral intergouvernementele van de EU. Na de beëindiging
van de oorlog met het VK werd het snel duidelijk dat de toepassing van de
confederale constitutie voor veel problemen zorgde. De staten beschermden
vooral hun eigen belangen en financiële voorrechten, en beschouwden meestal hun
eigen constituties en wetten boven de bepalingen van de confederale
constitutie. De staten bleven hun eigen munt gebruiken en legden op producten
uit andere staten zelfs taxe op. Dit had tenslotte tot resultaat dat de staten
in 1786 vaststelden dat de confederale constitutie onbruikbaar was en het jaar
erop, in 1787 een nieuwe vergadering samenriepen in Philadelphia om er de
confederale constitutie bij te werken. Na 15 dagen vruchteloze onderhandelingen
besloten de deelnemers deze in de vuilbak te gooien en de onderhandelingen te
hervatten vanaf nul. Het resultaat was de federale
constitutie van de Verenigde Staten van Amerika, vandaag nog steeds van kracht,
met een sterke federale regering. Van de 13 deelnemende staten weigert Maine
evenwel tot de nieuwe Unie toe te treden. Dertien jaar later echter bedenkt
Maine zich en wordt eveneens een van de staten van de USA.
Hoe
kunnen we die overstap van een confederatie naar een federatie verklaren? Voor
een groot deel omdat de founding fathers
tenslotte begrepen hebben dat een dergelijke confederatie geen leefbare
politiek-economische structuur was.
De Raad van
Bestuur
Geen opmerkingen:
Een reactie posten